Biekorf. Jaargang 6
(1895)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMingelmarenIN den IVden Jaargang Tk 9, bl. 72, wordt er gevraagd of er nievers geen liefhebber en is, die iets weet te vertellen over den ‘Schreiboom’ te West-Roosebeke. Daar heb ik reeds meer dan eens den ‘Schreiboom,’ die op eene goê ure van daar staat hooren vermonden. De lieden weten ook wel iets te vertellen van de Lentebusschen, die aan uwen rechteren kant liggen als ge gaat, al den grooten steenweg, van Poelcapelle, naar Roosebeke, en ook van den Schraventafel, een slag van wijk die tusschen Zonnebeke ligt en Roosebeek-molen. Die drie namen zijn ontstaan met den oorlog van 27 slachtm. 1382, ‘De veldslag hadde plaats op de couters, 't is te zeggen op het land dat ligt al den rechteren kant van den steenweg (al den anderen kant van den Roosebeek-molen) tot op eene halve ure verre. 't Was daar dat men het meest vocht. Al den Westkant van de couters liggen de ‘Lentebusschen,’ zoo naamt men ze gewoonlijk. Maar reeds meer dan eenen ouderachtigen mensch heb ik hooren zeggen: ‘da-lendebusschen (sommigen da-lentebusschen) te Roosebeke zegt men malk, kalder, gald, enz. allende, voor ellende. Nu, in allende, is er geene tweede l noodig om den klank te bewaren, en zoo heeft men ‘de lentebusschen, da-lentebusschen, da-lendebussschen, de ellendebusschen’; maar waarom dien name? En wel, 't is in die bosschen, zegt het volk, dat de gesneuvelde Vlamingen zoo huilden en tierden en weenden en schreeuwden, zoo wel dat men het hoorde tot aan de schreiboomen. 't Is op de Schraventafel, 's Graven tafel, dat de Grave eetmaalde binst den oorlog van Roosebeke. | |
[pagina 205]
| |
De meeste helft der menschen klappen alhier alzoo, maar andere vertellen dat geheel anders. De auriflamma zat hier op den molen. Menigen denken dat de ‘auriflamma’ eene olievlamme was, en volgens hun uiteendoen, zou die olievlamme gevallen zijn van op den molen op het christene volk, dat, bij dit voorval, eenen schreeuw uitwierp, die zoo luide en zoo scherp ging dat hij gehoord wierd tot bij den ‘schreiboom’. | |
VeugellijmIN de ‘Eerste rekeninghe van Jan Van Essche, fij Jans, ghedaen als gouverneur ende toesiender ten aultare van het heillich roose kransken, ghefundeert binnen de collegiale kercke van Onse Lieve Vrauwe, binnen Cortrijck, ... den iiijn januarij 1632, tot ende met den iijn julij 1634...’ vinde ik, bl. iij: ‘Ghevonden inden block, mits denselven met subtilecheyt berooft was, i sc. vj d.’ En bl. v: ‘Ten selven daeghe, meenende den block te suveren, bevonden dat den selven ghefortseert was, ende het schuitsele van binnen af ghesteken, ende het ghelt dat daer inne was met vueghellijm uut ghehaelt, ende bevonden maer te resteren ix sc. iiij d.’ OP IJsland wordt beweerd, dat de zon het aangezicht van Eva, en de maan daarentegen het gelaat van Adam vertoont. - Ook wordt er verhaald, dat eens een schaapsdief zich op eene eenzame plaats neerzette, om er op zijn gemak het vette lendenstuk van een schaap op te smullen. Juist verscheen de maan aan den wolkenloozen hemel. Toen riep de dief tot haar: Wilt gij, maan, in uwen mond dit vette beetje? Eene stem antwoordde hem echter van uit den hemel: Wilt gij, dief, op uwe kaak dezen heeten sleutel? En daar valt plotseling een gloeiend heete sleutel op den dief zijne wang en brandt er een brandmerk in.
(Ons Volksleven, 7 jaarg. 5de afl).
***
OVER een vijftiental jaren ontstak men in zekere arme wijken van Brugge een vreugdevier met de takken en meien, die de huizen op den doortocht der processie versierden.
(Ons Volksleven, 7 jaarg. 4de afl.) | |
[pagina 206]
| |
VOLGENS een oud gebruik dat aan 't uitsterven is, spande men in Vlaanderen, wanneer eene processie uitging, koorden over de straten, waaraan kronen hingen, versierd met rozen linten en somtijds met stukjes glas hangende aan draden, zooals men nog te Brugge in eenige wijken bemerken kan. Dit glas, door den wind bewogen, bracht een aangenaam gerinkel voort, terwijl het zomerlicht er in weerkaatste met al de kleuren van den regenboog. In Veurne, Poperinghe en andere plaatsen is dat gebruik bewaard gebleven. (Ons Volksleven, 7 jaarg. 4de afl.) | |
Vlaamsche Zendelingen in AmericaHIER volgt hetgene wij lezen over EE. VV. P. De Siere en Allaeys, in een americaansch maandblad dat voor hoofdinge draagt: Donahoe's Magazine. ‘Vader De Siere wierd in Belgenland geboren ten jare 1843 en priester gewijd in 1867. Onder de verschillige priesters die te Butte en te Anaconda werkzaam waren, ligt Vader de Siere opperst in de herten van zijne kudde om zijne uitnemende godvruchtigheid, geleerdheid, christene liefdadigheid en ijver. De ontelbare bewijzen van rechtzinnige treurnisse die men hoorde uiten te Anaconda ter gelegenheid van zijne verplaatsinge naar Butte in 1893, gaven welsprekend te kennen welke achtinge hij genietende was onder het volk aller standen en geloofsgezindheden van deze stad. Binst de weinige jaren dat hij te Anaconda werkzaam was, heeft hij vele goed gesticht. Nu staat Anaconda onder 't gezag van Vader Allaeys, die Vader De Siere heeft opgevolgd: Hij is een ijverig en bekwaam man, die de zaken der zendinge gestadig ter herte neemt. Onder zijn bestier groeit en bloeit het katholicismus naar de mate van den geloofsvooruitgang ter oudere stede van Butte.’ Nu eene aanteekeninge over die twee steden. Butte is de hoofdstad van 't graafschap Silver Bow in Montana. In 1866 kwam Vader De Ryckere, van Emelghem, daar toe, om te arbeiden aan de zielezaligheid van menigvuldige katholieke mijnwerkers. ‘Hij was een zendeling en priester-baanbreker, bezield met den christenen geest die overal en ten allen tijde eerbied en bewonderinge afdwingt,’ zegt Donahoe's Magazine. In 1877 wierd daar onder 't beschermschap van St. Patricius de eerste Roomsche kerke gebouwd en gewijd door den Hoogweerdigsten Heer Seghers, den ‘gemartelden kerkvoogd van 't Noordwesten.’ | |
[pagina 207]
| |
Op eene bevolkinge van 30.000 zielen zijn er op heden meer dan 10.000 katholieken. Vader Dols, van Holland, heeft Vader De Ryckere opgevolgd. In 1833 was 't een andere Jesuiet die daar pastor wierd, namentlijk L. Trembly, die in Vrankrijk gestorven is. In 1886 wierd E.V. Van den Ven, een hollandsche Jesuiet, daar benoemd met eenen onderpastor V. Van den Broeck, van Halle, in Braband. Pieter de Siere, die de ‘bewonderinge opwekt van alle treffelijke burgers,’ vervangt hem sedert 1893; zijne hulpen zijn EE. VV. Artz en Batens. Anaconda ligt 28 mijlen van Butte. In 1883 was die plekke nog eene wilde en woeste striepe gronds. Nu wonen daar 7000 zielen. Die stad heeft breede en schoone straten met gasthoven, en wordt verlicht door electrisch vier. Zij heeft haar dagblad en, benevens verschillige mindere nijverheidsgestichten, de meeste kopersmelterijen van gansch de wereld. De geestelijke gemeenten dier twee americaansche steden staan dus onder het herderschap van twee westvlaamsche zendelingen. Alwie E.V. De Siere gekend en hem ijverig zien werken hebben in Vlanderen, en zullen geenszins verwonderd zijn over den lof dien men hem in die verre streken toezwaait.
Donahoe's Magazine. Two Montana-cities. March, 1895. Boston, Mass. OP het laatste van verleden maand ontving het zendelingenhuis van Scheut eene draadmare waarbij vermeld wierd dat E. Vader A. Hoornaert, van 't bisdom van Brugge, en E. Vader Berton, van 't bisdom van Doornik, in Congoland overleden waren. Nader bericht over de dood van die twee zendelingen wordt nog verwacht.
***
Op den 6den van deze maand zijn uit Antwerpen twee zendelingen van 't Genootschap van Scheut naar Congoland vertrokken. De eene E.V. Camille Cneut wieid te Moorslede geboren, op den 1sten van Bloeimaand in 1865. Hij leerde te Rousselaere en wierd priester gewijd op den 20sten van Wintermaand in 1890. Hij was leeraar ten gestichte van den H. Leo te Brugge toen hij van mijn Hoogweerdigsten Heer Faict zaliger toelatinge vroeg en bekwam om hem aan de zendingen van Congoland te mogen toewijden. | |
[pagina 208]
| |
De andere zendeling, E.V. De Gryse, heeft reeds drie jaar in Africa overgebracht, doch wierd hij gedwongen over eenige maanden naar vlaanderen terug te keeren om zijne gezondheid te herstellen. Nu vertrekt hij nogmaals met nieuwe krachten en nieuwen moed. Schenke God aan beide zendelingen eene taaie gezondheid lang leven en eenen overvloedigen zielenoogst in 't verre Congoland. HOORT wat men te Gits zingt op nieuwjaaravond, woord voor woord. Al op 'nen nieuwjaaravond
Den bakker sloeg ze' wuif,
Al met de heete pale
Zoo deerlijk op haar lijf.
En wat gâ-me den bakker geven
Al voor zijn nieuwejaar?
Een kindtje al in de wiege
Met schoon gekronkeld haar.
En wie gaat er da' kindtje wiegen?
Twee spaansche vliegen,
En wie gaat er da' kindtje douwen?
Twee spaansche vrouwen,
En wie gaat er da' kindtje keste doen?
De koster meê zijn' beste schoen.
En wie gaat er da' kindtje doopen
De paster meê zijn beste knopen
Jan Baptiste
Suiker in de kiste
Vleesch in de pot
Jan Baptiste is toppe zot.
Wie zal dat 5 keers zeggen, zonder te verasemen en zonder te missen? |
|