Biekorf. Jaargang 6(1895)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Den Eerweerden Heere Cneut WAAROM verlaat gij 't vlaamsch gewest, dat u zoo dierbaar is, en 't dierbaarste aller landen? waarom breekt gij, zoo onverwachts, het hert vol blijdenis, de sterkste liefdebanden? Is Vlaanderland voor u misschien, voor u niet breed genoeg? en zoekt gij vreemde kusten, gedreven door den zucht naar 't goud die meerdere ruimte vroeg voor roem en lijfswellusten? [pagina 199] [p. 199] O neen! uw doel moet eêdler zijn, dan aardschgenot en goed, dan weelde en roem betrachten. Gij zoekt in 't nieuwe vaderland, nog ongekend, gij moet iets beters daar verwachten. In 't land waar dat de Congo stroomt daar woont een volk dat leeft in 't heidendom begraven, een volk dat onze vlaamsche stam van God, voor zending heeft, te christenen en te schaven. Daar is het nacht en duisternis, daar kan het licht der zon door 't wolkenschof niet breken; daar blijft de ziel, verwijderd van de liefde- en levensbron, in 't ongeloove steken. Een stemme van hierboven sprak: ‘o Broeders, komt en ziet, uw medebroeders dolen; de weg dien zij zijn ingegaan en is de ware niet die blijft voor hen verholen. En zal niet één uit Vlaanderland naar mijne vaderklacht en mijne bede luisteren? of moet die schamele broeder voort te midden van den nacht belaân met zijne kluisteren?’ Die stem, zij was de stem van God; Zij klonk in uwe ziel en deed een snare beven; en op dezelfste stonde 'et woord van uwe lippen viel: ‘Ik offer hun mijn leven.’ [pagina 200] [p. 200] Wij wisten - neen, wij 'n wisten 't niet wat edelmoedigheid lag in uw hert verdoken; wat wilskracht uwe ziel bezat en in de nederigheid van 't kranke lijf gestoken. 't Was God die riep, 't is Hij die zal te midden van den strijd uw krachten nog vermenigen: 't is Hij die zal, met eigene hand, Wanneer gij zucht en lijdt Uw pijne en smerte lenigen. 't Is Hij...... Betrouwt op Hem alleen; verricht met kloeken moed wat Hij van u verzocht heeft, en moet het, stort er welgezind lijk nu, voor Hem uw bloed, die u eens vrijgekocht heeft. Jer. Noterdaeme Vorige Volgende