Biekorf. Jaargang 6
(1895)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |||||||||||||
Dezelfde gedaanten zijn ook mondsgemeen in de gouw Antwerpen. Nopens het gebruik van die gedaanten heb ik al 't een en 't ander vermeld in mijnen opstel. ‘De nieuwe Hollandsche spelling in strijd met de Taal van Dietsch-België’ (Ziet Ons Volksleven, 1894, bldz. 182 en vlg.) Hiernevens vindt Gij de wetten die de Antwerpsch-Brabantsche volkstaal daarin volgt. Ge zult zien dat die wetten weinig of niet verschillen met die in West-Vlaanderen gevolgd worden. Ik groet UE. uit ganscher herte
Uw dw. dienaar,
Jozef Cornelissen | |||||||||||||
NenGa naar voetnoot(1).Algemeene regel. - Vóór al de mannelijke naamwoorden beginnende met b, d, h, r, t of eenen klinker:
Aanmerkingen. - 1o In het zuidelijk en het zuidoostelijk gedeelte der Kempen gebruikt men niet nen maar ne vóór de naamw. die met b beginnen: ne boom, ne boer, ne berk, ne baardGa naar voetnoot(3). 2o In sommige streken valt ook n weg voor r: ne riem, ne rog, ne rok, ne rol. | |||||||||||||
NeGa naar voetnoot(4).Algemeene regel. - Vóór al de mannelijke naamwoorden beginnende met nen medeklinker behalve b, d, h, r, en t. | |||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||
Ne stoel, ne vader, ne mond, ne perel, ne zager, ne ketel, enz. Aanmerkingen: Ziet de aanmerkingen onder nen. | |||||||||||||
Èn.
Aanmerkingen. - 1o In 't Zuiden en 't Zuid-Oosten der Kempen zet men e voor de onzijdige en de verkleinwoorden die met b beginnen: e berd, e boerinneken, e boomken, e beeldGa naar voetnoot(1). 2o In sommige streken gebruikt men niet èn maar e vóór r: e riet, e ringesken, e roosken, e rad enz. | |||||||||||||
E.
*** De samengestelde naamw. volgen dezelfde wetten: Nen bessemstok, nen dagdief, nen houtstapel, nen tandentrekker, nen roofvogel, nen elzestronk; Ne stokvisch, ne wegwijzer, ne speelvogel, ne meelworm, ne melkboer; | |||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||
Èn koningsdochter, èn goudvink, èn beddelaken, èn tooverboeksken. E stroodak, e klokzeel, e verkenskot, e winterkeuningsken. | |||||||||||||
Den.Men gebruikt den, overal waar nen gebezigd wordt. | |||||||||||||
De.
| |||||||||||||
Het.Vóór al de onzijdige naamwoorden en verkleinwoorden. |
|