Godtminnende Dogter,
VERNEME uyt uwe aengenaeme tydingen dat gy wel te vreden zyt in uwen aengenomen staet; den Heere believe u de volherdinge te geven.
Gy zult de bijzondere gratie van uwen roep wel beantwoorden, indien gy by den iever voor uwe eygene volmaektheyd, nog voegt veele zorgvuldigheyd voor den lichaemelyken en geestelyken nood van de arme lidmaeten van J.-C.
Wilt dan zonder ophouden d'oodmoedigheyd, verduldigheyd en gehoorzaamheyd betragten.
Gedenkt dikwils hoe zoet en gelukkig het is den Heer te dienen in verwijderinge van de bedorventheyd van de wereld.
Hebt d'oeffeninge van het inwendig gebed wel ter herten, en vraagt met veele vierigheyd van Godt den geest van gebed. Zonder gebed en veele oeffeninge van het gebed zoude gy het eynde van uwen roep niet konnen bereijken die is uwe eijgene heyligmaeking en het dubbel welzijn van de arme lieden.
Belieft uwe weerde overste en geheel het gemeente te verzekeren van mijne agtinge met den wensch van eenen zaeligen vasten.
Geve u mynen zegen.
Uwen toegenegen vaeder in Christo,
D.A. Lauwers, past.’
Die brief is geschreven en geteekend door zaliger den E.H. Dominicus-Augustinus Lauwers, Deken der Christenheid van Poperinghe van Maarte 1815 tot den dag van zijn overlijden 21 April 1824. Hij stond als Pastor op O.L.V. te Poperinghe, hoe lange en kan ik niet zeggen, en hij ging van daar over naar Sinte Bertens als Pastor en Deken. Hij was geboren te Belle in Fransch-Vlanderen en zone van Dominicus-Jacobus-Lodewijk bij Pieternelle-Threse Devos. Hij stierf ter elde van 66 jaren. God gedinke zijn' ziele!
Het opschrift of terecht was als volgt:
‘Aen Masoeur Coleta Werquin, bij de Zusters van Liefde tot Cortryck.