OP den 17sten in Zaaimaand laatstleden was er vergaderinge der Vlaamsche Academie ofte Taalvroedschap. ‘De Heer Bestierder verleende 't woord aan den Heer Snieders,’ die eenen opstel las over Bilderdijk. ‘Ik wil den Vlaming, in breede trekken, Bilderdijk doen kennen als mensch, als dichter, als geleerde, als staatkundigen woelgeest.’ Of de achtbare lezer daarin gelukt heeft, laten wij van kante. Enkel zij het ons toegelaten in dit blad eenige staalkes meê te deelen van de leelijke vreemde woorden, die wij in dien opstel aantreffen en die hem heel en gansch, noch min noch meer, aan een afschuwelijk Babelgebrabbelsel doen gelijken: Hier volgen ze naarmate wij die tegenkwamen in de gedrukte verslagen der Vlaamsche Academie, October 1894:
Klassieke vorm, zonderlinge merkwaardige figuur, overgangsperiode, feit, politieke, charivari, stroom van mythologischen bombast, de auguren ter zijde gesteld, critisch oordeel, logica, oorlogstactiek, titelvignetten, de caricatuur dezer grootheid, aristocratische begrippen, totaal verval, in een betrekkelijk vreedzaam stadium, de laatste fractie, monarchaal grondbegin en monarchale denkbeelden, de kuiperijen der coterieën, de democratie beneden, de hevige partijdriften nuanceeren niet, het raca aanhieven, maakt eene vroolijke charge, in zijne functiën te herstellen, brutale vrijkorperisten patriarchaal aan boord gaan, in de beide rechten gepromoveerd op 105 theses, biograaf, hij wil niet dat er eene schaduw op zijnen heros vallen zou, leproop de twee zusters hielden zich nog al bezig met lectuur, Bilderdijk altijd enthusiast erotische dichtstukjes, maatschappelijke positie, het prisma was gebroken, vriend van receptiën en bezoeken, als hij trivialiteiten leest, Juffer S. was eene verstandelijke blondine, een legio creanciers, peloton soldaten, na gecarmagnoold te hebben, gebachanaald hadden, zijne overal pikant doorstralende radikale denkwijze, hij dogmatiseert, enz., enz.
Heer Snieders zegt ook: ‘Jammer dat Bilderdijk onverstaanbaar is bij de overgroote massa van het publiek.’
Zouden wij in de plekke van Bilderdijks name dein niet mogen zetten van Mr Snieders, voor wat dezen zijnen opstel betreft? Of we!!
IN Het Belfort, november, 11, blz. 274, vragen ze of het zou onmogelijk zijn eene lijste samen te stellen van de boeken die gedrukt wierden in 't Waalsche, in Vrankrijk, Engeland, Duitschland, enz. Zij en gelooven 't niet, vooral als eenieder daartoe zou willen medewerken. Dergelijke lijste zou het bewijs geven dat onze tale vroeger door vele buitenlanders wierd aangeleerd, 't geen niet te verwonderen is, als men bedenkt dat wij dagelijks handel dreven met al de omliggende landen.