ook Zassenhaut op Vorsselaer, in de provincie Antwerpen, Sassenbrouck op Brouckom, in de provincie Limburg, Sassenrode op Rummen, in de provincie Braband.
Wat hier omtrent van Sweveghem gezeid is geldt met de hoogste waarschijnlijkheid ook van Swevezeele. In den uitgang -ezeele zie ik ook een ouder -ingasele; want Bollezeele = Bollingsela 1221, Bolligzela 1232 (D. Haigneré: Les Chartes de S.-Bertin), Ochtezeele = Huctingsela 1227 (ibid.), Bissezeele = Bissingesela 1085, 1183 (Le Glay: Revue des opera diplomatica de Miraeus), Oudezeele = Houdinghesela 1183 (ibid), Gysenzeele of Gyseele = Gisingasule (1. -sele) 864 (Cartulaire de S. Bavon), Dadizeele = Dadigsele 1180 (Biekorf, 1891, blz. 13), dat is genoeg om te mogen besluiten dat Swevezeele, niet meer als Sweveghem, van den name der Suebi afkomstig is.
De aanhangers der oude meeninge kunnen hierop antwoorden: Dat is al wel, maar wij en leiden Sweveghem en Swevezeele niet rechtdraads af van den volksnaam Suèbi; wij en aanzien de namen dezer plaatsen niet als beteekenende woonstede van het Suebische volk, maar als woonstede der afkomelingen van de Suebi of van eenen bepaalden Suebus. Deze immers mogen met recht Suebingi genoemd worden. Alzoo is het gedeeltelijk dat Johan Winkler de zaken verstaat, ten minste voor hetgeen Sweveghem aangaat.
Het is mij onmogelijk a priori te oordeelen tot hoeverre deze veronderstelling waarschijnlijk mag genoemd worden; in allen gevalle wordt zij weerlegd door de volgende beschouwingen.
2o De name Suebi, Suevi, Σουηβοι en komt, voor zooveel ik weet, anders niet voor dan met eene lange e. Deze lange indogerm. en germ. e wordt in het westgermaansch eene lange a. Dit wordt overigens bevestigd door de hoogduitsche voortzetting van dien naam, die Schwaben, waarvan de dietsche weêrgâ, zooals overigens door Joh. Winkler erkend wordt, Zwaven luiden zou. - Welnu de lange a en lijdt in het vlaamsch regelmatig geenen omklank, en bijgevolg en kunnen Sweveghem noch