leengoederen, en zelfs de menigvuldige heerlijkheden, aan het oude leenrecht niet onderworpen?
II. Waren de vrije en vrijgekochte erven, in het bestrek der vlaamsche heerlijkheden, ‘ontslagen van alle lasten van leentol en dwangarbeid?’ In andere woorden, kleefden er aan die vrije eigendommen geene hoegenaamde heerlijke rechten meer?
III. Wat is er te verstaan door de ‘heerlicke rente’ der middeleeuwsche en na-middeleeuwsche oorkonden? was dit eene belastinge aan den dorpsheer betaald wegens bestier en rechtsplegen, of was het een cijns-of pachtgeld? Welke waren de belastingen der vrije erven?
Een korte uitleg, of beter, eene ophelderende verhandelinge over deze vraagstukken ware bij velen, voorzeker, welkom.
Wij bedanken op voorhand.
Dr. J.B.
IN Grasmaand laatstleden drukte het Brugsche strijdblad De Klauwaart:
‘Iper met zijn grootsch verleden, waar de Hallen en de St. Maartenskerke de bewondering der vreemdelingen boeien.’
En eenige reken verder:
‘Iperlingen, laat ze wapperen, blijde klapperend, de vaderlandsche vlagge op de Hallen, op de St. Maartenskerke, aan uwe woningen...’
Tot hiertoe en hadden de Iperlingen maar ééne galle. Hoe den bliksem hebben zo 't aan boord geleid om, buiten iedereens wete, daar eene halle of twee bij te zetten, en om te maken dat er bovendien niemand in verwonderd en was als hij den eersten keer die nieuwe gebouwen kwam te bemerken?
Nog meer; het zelfste gebeurde bij de Leuvenaars. Immers, in het gentsch dagblad Het Volk stond er, den 8sten van Bloeimaand laatstleden, te lezen als volgt:
‘De Oud-studenten der Hoogeschool van Leuven hebben Zondag hunne jaarlijksche vergadering gehouden in de Hallen.’
Eene halle of twee bouwen, dat en is dus, tenden onze eeuwe van vooruitgang, het spreken niet meer weerd!
J. Craeynest
IN Het Belfort van Bloeimaand laatstleden, bldz. 379, wordt het verschijnen bekend gemaakt van een Medisch Weekblad.
't En is hier geen sprake van een weekblad uit Mediën ofte Medenland, maar wel van een ‘geneeskundig’ weekblad;