een akker gelegen was die den name droeg van Giessnau; dat veld ontleende wellicht zijnen naam aan eene beek, welke daar voorbijvloeide en die den zelfsten name had gekregen.
Giessnau? Dit woord wordt voorzeker ontleed als Giessn en au. Au, van 't Middelhoogd. ouwe - vergelijkt ouwe - beteekent water, stroom, waterland, eiland, enz. zoodat wij misschien wel wat stoutmoedig dien beeknaam door gietwater zouden verdietschen.
Vele oordnamen worden van menschennamen afgeleid, maar toch niet al, en wie weet of Giesenbach en Gisenbrunnen, oordnamen bij Förstemann, daar ook niet mede verwant en zijn?
Wij zijn verre van Jabbeke verwijderd!
Misschien niet al te verre: dikwijls moet men naar andere Germaansche streken optrekken om daar de wêersplete onzer namen op te zoeken en aldus door vergelijking onzen uitleg op te timmeren.
Jabbeke stond in 961 bekend als Jatbeke.
Laat ons nog verstouten en in dit eerste lid Jat, hetwelk toch wel iets te bedieden heeft, het Oudfriesch werkwoord jata, Nieuwfr, jaten, geten, gieten erkennen.
Hebben de Friesen in Vlanderen niet gewoond? Stammen onze kustbewoners, die nu nog hier en daar het Friesch oorijzer dragen, van de Friesen niet af? Kan de eigennaam van Jatbeke, Jabbeke geen Friesch woord bewaard hebben? Kon dit dorp met den name van gietbeke niet gedoopt worden, lijk wellicht andere oorden in Germaansche streken, en dat niet moeilijker om samenstellen en is als het woord stortvloed?
J. Claerhout