ALS men overwachts dikwijls moet niezen, 't gaat regenen, zegt het volk.
***
BOVEN de deure van eene oude vlaamsche herberge, tusschen Woesten en Poperinghe, staat er, in steen gekapt:
In de Coppernole an 1619 no
Zou dat het oud Fransche campagnoul, het later Fransche champignon, het nagevlaamschte compernoeldje zijn? Is de geboortename compernolle het zelfste woord, of is coppenolle, Jacob-Arnold, gelijk coppieters Jacob-Pitters is?
Die 't weet steke zijnen vinger op!
***
ALS ik, over veertig jaar, met landsche schoolkinders over ‘een' berli brugge’ (eene berdelin, berdelen, houten brugge) moest, wierd er altijd gezeid, om den waternekker te verzoenen en gunstig te maken:
de brugge ligt noesch end dweers.
Weet er iemand iets meer te vertellen van dien Pieter Peers?
Pers, Pars (in Vlanderen Peers) de geslachtname, heeft zijnen oorsprong aan een uitsteekberd, b.v. In de Pers, (de wijnpers, de drukpers) te danken, zegt Johan Winkler.
Zouden Peers en Deneckere geen verwanten zijn?
***
WIELSBEKE en Wacken
En zijn maar goed om te borgen en te plakken.
***
- ‘MAAR, hoe djantre mag dat dorp hier toch heet'!’ zoo vroeg de Wale in zijn eigen, als hij per postkoetse door Wacken voorbij reed, en er onmeugelik op de name van kon komen.
- ‘Ouack, ouack, ouack!’ zei de puit die aan den kant van de strate zat.
- ‘Ah! mais oui, 't is Wacke'!’ zei de wale blijde weg, en hij smeet ne ‘Louis’ naar den puit.
***
IN de kettersche spinnecoppe... ghemaeckt bij M. Jason Petronius (Jan David) Brussel 1596, bl. 213, staat er: ‘alsoo waer als den ezel het bijl op adt,’ beter gespeld: Al zoo waar als de ezel het bijl opat. Weet er mij niemand die spreuke te verklaren?