't Bestaat nog een andere taalschat.
‘Eigennamen’, zegt Dr Verdam, ‘kunnen ons vaak aangaande de taal dingen leeren, die ons op geene andere wijze worden herinnerd, omdat zij dikwijls veel langer blijven bestaan, dan de soortnaam, waaraan zij zijn ontleend, en dus merkwaardige oude woorden alleen in namen voortleven.’
Zoo is 't gebeurd dat het Friesch woord Holmar bij ons gevonden wordt in den geslachtsnaam Hollemaert, die bestaat uit het woord hollemare en de achtergevoegde t, die sommige eigennamen bij 't eerste opzien onkennelijk maakt.
De eigennaam Hollemaert is dus een frieschgekleurde hellenaam en om zeggens de weêrga van den oord- en geslachtsnaam Hollebeke.
't Bestaan maagschapsnamen waar men de paragoge of achtervoeging der t aantreft: zouden er ook dorpsnamen te vinden zijn, waar die achtergevoegde t te voorschijn komt?
Wij kennen Beerst: wat beteekent die naam?
Beerst, zegt kanonik Desmet op meesterlijken toon, is de woonplaats van het wild zwijn!...
Wij ontleden Beerst als Beers-t, Beers met achtergevoegde t.
Eene gedaante van 1272 Bers staat borge voor onzen uitleg, als ook een oordnaam van Overijsel, Beerse, die in 1532 als Beerst gespeld wordt.
Nomina Geographica Neerlandica, I, 81 wordt er gezegd: ‘Beerst zal wel een schrijf- of leesfout zijn.’
Het is geen misslag: het is enkel een gebruikelijke vorm, met achtergevoegde t op de lippen van 't volk.
Wat is Beers?
Het is de sterke genitivus van Baro of Bero.
Het is een maagschapsnaam die in Overijsel, West-Vlanderen en Antwerpen een oordnaam geworden is.
Die, van die dorpen of gehuchten afkomstig waren, werden Van Beers of Beersmans geheeten.
J. Claerhout