Het eerste lid Egge, overeenkomstig met het zelfstandig naamwoord (n)egge, hoogduitsch Ecke, heeft, in nieuwere en oudere tijden, de beteekenissen van: spits, snede, kant, hoek, - zweerd. De oude Germanen hadden eene bijzondere voorliefde tot het gebruik der namen van hunne wapens en van alles wat oorlog en kamp aanging, in de benoemingen die zij hunne kinders oplegden.
Het woord dat ons bezig houdt behoort tot eenen indogermaanschen wortel ak = scherp zijn, germaansch aγ. Dit germ. aγ, uitgebouwd met een j- (mogelijks ook een i-) suffix, geeft in het dietsch regelmatig Egge (waarnevens ook ege-)
Het tweede lid is het germ. zelfst. naamwoord friθuz = vrede (hier wel meest gebruikt in den zin van bescherming, beschutting), behoorende bij den germ. wortel fri, indogerm. pri = met goedheid behandelen, met rust laten. Dit friθuz, vroeg ouddietsch friθu, wierd in het later ouddietsch, als tweede deel der samenstelling, frid, Reeds in het vroeg middeldietsch versprong de r, volgens den gekenden regel, achter de i, die, volgens eenen niet min gekenden regel, veranderde in e, terwijl de ingaande f tot v verzwakt was: frid wierd dan omgewend tot verd. Vervolgens wierd, wat nog gestadig in onze taal kan opgemerkt worden, de korte e, voor gedekte r, gerekt tot ee; dus: veerd. Maar niet min zelden gebeurde liet dat er, eer overgingen tot ar, aer, zelfs, zooals de middeleeuwsche geschriften klaarblijkelijk bewijzen, in het westvlaamsche, alhoewel in onze hedendaagsche westvlaamsche taal de oorspronkelijke e en ee, in dergelijk geval, gewoonlijk bewaard is; van daar vaerd, met verscherping der uitgaande d meest geschreven vaert, dat nevens den vorm veerd, resp. veert, en meer dan deze, in gebruik komt, zooals blijkt uit Govaert, ouder Godafrid, Reivaert, uit en nevens Reinvaert, ouder Raginfrid, enz, Wij zouden bijgevolg Eggevaert (d) en Eggevaer(t)scapelle verwachtende zijn. Van waar komt dan die verandering van v in w, iets
dat niet alleen met de algemeen dietsche, maar ook met de bijzonder westvlaamsche klankwetten strijdig is? Voor alsnu en weet ik daar geenen zekeren, noch betrouwbaren