zou ik daar uithalen, in mijne gedachten, of 't en zij drie enkele blinkende guldenstukken!
‘Daar,’ zei ik, en ik gaf mijn eigen zelven in mijne korzelheid een' geildige trambooie vóór den kop, omdat ik zoo traag van begrijp was, ‘waarom loopen zoeken in de verte naar 't gene ik in mijnen eigenen zak en bij mij hebbe? Andere dingen van deze wereld zijn zoo van aard, dat de een mensch er de walge van steekt, terwijl de andere erachter schart en schravelt; maar, gijlieden daar, gij, zilveren ronde schijvekens, duizendmaal schoonder als het zilveren blanke maantjen, in de oogen van 't zij welk wandelend minnepaar: wiens herte is er zoo eeltig of zoo versteend, dat het niet in te nemen en is door uw geflikker? Wat gezang tuimelt er zoo lieflijk uit de kele van het nachtegaalken in de ooren van de ellendige menschenkinders, als het gerammel en 't gerinkel van ulieden, als ge ievers, bij lange beurzen vol, over tafel uitgegoten wordt? Mijne en allerheden hertelappekes, hoe ijskoud gij ook zijn moogt, geeft dan maar neerstige aandachtigheid aan de toehoorders; geeft dan maar kracht en vier aan mijne woorden!
Kom-an, laat het ons plat uitzeggen, en het seffens iedereen dietsch en duidelijk maken: ik ga spreken over 't geld.
Maar, nu heb ik weêr al met mijn eigen zelven in oorloge, in strijd en in kamp gelegen, als het daarop aankwam van te weten of ik mijne herbergsprake in vier stikken verdeelen zou, of, gelijk de geestelijken plegen, in drie; of ik dan de drie stikken weêr elk op zijn eigen in vieren zou versmaldeelen, of in meeren; en eindelijk, om redenswille dat driemaal viere twaalve is, of ik die twaalf deelen van mijne herbergsprake ulieden op mijne vingers zou af- en toetellen, beginnende van aan duimerloot tot aan kleen kornuitje, ofwel averechts om, beginnende van aan kleen kornuitje tot aan duimerloot. Om seffens geheel de waarheid te zeggen, zoo is 't dat ik noch tijd noch wijle, noch moete noch gadinge en hebbe, ja om over zulk een zwaarwichtig stik mij wel en degelijk te beraden; ofschoon onze oude Herder plag te zeggen dat een pro-