4o Nievers en vinden wij de banken, dijken, geulen en duinen van Uitkerke en van Lisseweghe opgegeven, alhoewel dat deze twee dorpen te zamen wel een vijf kilometers zee hebben. - De visschers weten nochtans genoeg te spreken van den Polder David op Uitkerke, en van de Twee groote Duinen van Lisseweghe, die onder andere tot baken dienen voor de visschers.
5o Bestaat er wel, voor Blankenberghe, een bank met name de Lucifersboeien (bl. XXV)? Wij twijfelen eraan. Wat tot dien naam aanleiding zal gegeven hebben, is misschien dat er vóor den duine, den Lucifer, eene boeie, fr. bouée, eng. buoy, of drijfton te zwemmen ligt, die de visschers ‘De boeie van Lucifer’ noemen.
6o Zou de opgegeven bank, de Wandelaarsboeien, (bl. XXV), de boeie of drijfton niet zijn, die bij den Wandelaar ligt?
7o Op bl. XXIV staat de Uitligger onder de banken van Wenduyne; dat moet wel de Uitligger, in 't fr. bâteau-phare; eng. lightboat zijn, zeker, die rechtover Wenduyne ligt. Vergelijkt Deken De Bo 's Idioticon, woord: Uitligger, Uitlegger.
Hoe men dat al voor banken zou nemen!
Vele andere zaken, daar duister aangegeven, zullen in den klaren getrokken worden door de klaarheid dier zeekaarte.
Ziedaar eenige bemerkingen; vele andere laten wij aan mannen van 't vak, en van de streke.
Uit gemeld boekske zal eerzame schrijver nieuwe benamingen leeren kennen, andere opgegevene zal hij onderzoeken, betwijfelen en herzien, of, als onnauwkeurig van kante laten.
Om degelijk werk te leveren,
hersmede hij dus zijn Runenzweerd,
want, 't is 't hersmeden weerd!
V.B.