onze eeuw, en den vader van ernstige schriftgeleerdheid in ons land. Ongetwijfeld zullen de mannen die zijn werk voltrekken hun uiterste beste doen opdat hun werk niet en zou afsteken bij het zijne en opdat Vlanderen alzoo de uitgelezenste vertalinge en uitleg van het heilig Schrift zou hebben die in de wereld bestaan.
Om te sluiten met eene voorspellinge, wij zijn genegen om te zeggen dat de vervlaamschinge der Bijbelgeleerdheid navolginge zal vinden in andere vakken. Dit is immers de gang der zaken: voorbeelden, bijzonderlijk als zij van zoo hooge komen, trekken; ten anderen, de eene beweginge brengt de andere bij: de vlaamsche Bijbel te wege is er zelf een bewijs van. Het is om zeggens de laatste schok van eene vooruitloopende beweginge, die over twintig jaren de vlaamsche wetenschap begon voorwaard te stuwen. De eerste stoot wierd gegeven aan het uiterste uiteinde der wetenschap, dat is door de wetenschaplooze of liever leerende jeugd. Die stoot heeft de wetenschap zelve in beweginge gebracht en, waar hier waar daar, vlaamsche wetenschappelijke werken doen ontstaan: in de taalkunde, de werken van Gezelle, De Bo, Joos, Craeynest en Dassonville; in de natuurkunde, de werken van Martens; in de kruidenkunde, de werken van Samyn; in het rechtswezen, de werken van Obrie; in de wiskunde, de werken van De Visschere; in de humaniora, de vertalingen van Verdoodt; in de staatkunde, de werken van De Gryse. En sedert gisteren, heeft de koninginne der wetenschappen zelve, de Bijbelkunde, den stoot ontvangen.
Maar verhevene en vaste wetenschappen, als de Bijbelkunde, en ontvangen den schok niet, zonder hem weder over te zetten en eene nieuwe beweginge te veroorzaken. Slacht het stoomgevaarte, dat daar op de ijzeren bane, met eenen geheelen sleep wagens bachten hem, stille staat. Een wagen komt op den achtersten gevaren en ge hoort den schok van wagen tot wagen voortzetten, tot dat hij op het zware en rotsvaste viergedrochte stuikt. Dit laatste trilt, ja, maar het ketst de beweginge terug, en ge hoort de wagens weêre, van den eersten tot den laatsten, tegen elkander botsen.