Gij hebt van de prachtige steekspelen gelezen in de voormalige tijden.
Gij weet dat de vensters van de markt verpacht wierden om die schitterende spiegelgevechten te aanschouwen en de glanzende scharen der dappere ridderen door malkanderen te zien wemelen.
't Gene gij misschien vergeet, 't gene de ernstige geschiedschrijvers niet en melden, 't is dat onze vaders daar ook een lacherken moesten bijvoegen, dat er ook vensters op Kranenburg verhuurd wierden om de blinden na het steekspel het zwijn te zien slaan, om kluchtige ridders malkander met loeten of ovenkrabbers te zien bevechten.
In die koddige steekspelen, - behoerden geheeten, - wierden er ook bulteelen gebezigd.
Ze zullen zeker tot schilden gediend hebben lijk de ovenkrabbers tot speren.
Laat de geschiedenis van een woord ons geen kijkje werpen op de geschiedenis van vroeger eeuwen en doet ze geene tafereelen, naar het leven gebeeld, voor onze oogen opdagen?
***
't Woord bulteel wordt op twee wijzen uitgeleid.
Ge kent het fransch woord bure, dat ook in 't Middelnederlandsch overging en dat eene grove wollen stoffe beteekent.
Die stoffe diende tot tafelkleed en aldus kregen de tafel of de lessenaar waarover zulk een deksel was opengespreid, den name van bureau.
Wie zou daar de afkomst der bureelratten en den oorsprong der machtige bureaucratie gaan zoeken?
Die stoffe diende ook voor zeefde en zoo kreeg het zichten den naam van buratare - bureter, door verwandeling van r tot l, buleter, bluter.
Zoo verklaart men den romaanschen oorsprong van bulteel en van onzen vlaamschen en brabantschen bultemolen.
Franck en kan dat nochtans over zijn herte niet krijgen, en hij gist dat het fransch woord blutel van