Biekorf. Jaargang 4

Gedicht

HEER Pastor, oud en zijt gij waarlijk niet,

't en zij van jaren: jong is altijd voort uw herte,

en vrij van al dat m' andren domplen ziet

in eenen oceaan van pijnlijkheid en smerte.

Te beter is 't voor ons en iedereen

die leeft omdat gij leeft en werkzaam zijt gebleven:

dus wenschen doen wij al dat God verleen'

u lange jaren nog tot ons geluk te leven!

Ja, ons geluk zijt gij, naast God, voorwaar;

dat weten wij vandage eenborstiglijk te zeggen,

maar voelen 't beter nog, in 't herte daar,

als 't ijdle woordenpraal in state is uit te leggen.

Leeft voort dan, Pastor, leeft nog langen tijd

en blijft ons altemaal beminnen en bestieren;

bewijst dat ge, oud of jong, hier Pastor zijt

en laat ons altijd voort uw blijden feestdag vieren!

De kinders meest van al begeren u

te hebben tot beleed van hunne onvaste jaren,

en roepen, dag voor dag min Pastorschuw:

o Heere, blijft toch lange ons zulk nen herder sparen!

Guido Gezelle