Dat is eene vrage die stijf wordt betwist en waarover jaarlijks, tusschen de vakmannen, nog veel inkte verbezigd wordt. Wij zullen er hier al een woordeken over zeggen, nadere bijzonderheden tot later verschuivende.
't Zijn bezonderlijk twee leeringen, die tegenover elkander staan in dien kamp; de leeringe van Pettenkofer, den vermaarden meester van gezondheidsleer te München, en de leeringe van Koch, den geleerden Berlijnsche levelingkundige.
Pettenkofer houdt staande dat de cholera niet onmiddelijk van mensch tot mensch overzettelijk en is; hij beweert dat de choleraleveling, van den eenen mensch komende, een slag van gedaanteveranderinge moet ondergaan, dat hij nieuwe en andere krachten moet herwinnen, eer hij eenen anderen mensch kan aanvallen en ziek maken.
Hij beweert daarbij dat men de cholera niet en kan betrapen ten allen tijde en op alle plaatsen; sommige streken geven, in sommige tijden van het jaar, onbesmetbaarheid tegen cholera: 't en zijn niet altijd de zelfste landen, niet altijd de zelfste streken, de zelfste dorpen of steden in die landen, die alzoo bestaan: dat hangt af van den toestand van den ondergrond.
De choleraleveling moet, zegt Pettenkofer, herboren worden in den grond, eer hij schadelijk kan zijn; en iedere grond en heeft de eigenschappen niet om den leveling in zijnen krachttoestand te brengen.
Hoe doorzijgbaarder een grond is, hoe meer hij van ongansche beleeftuigde vuilnissen (matières organiques) doordrongen is, hoe leeger het water komt en hoe warmer de lucht is, hoe gevaarlijker voor het ontwikkelen en rijpen van den leveling, hoe voordeeliger voor het ontstaan van de cholera.
Alzoo is het dat het trage of zeere voortzetten van de plage, de mindere of meerdere gevaarlijkheid en boosheid van de cholera, afhangen van den toestand van de onderste lagen van den grond, van den ondergrond.
Pettenkofer is waarlijk geheel en gansch overtuigd van de deugendheid zijner leeringe, en hij heeft er willen een bewijs van geven.