PATER Lievens, die in West-Bengalen ‘zoovele wrocht,’ en zich thans te Leuven bevindt om zijne gezondheid te herstellen, vindt een groot genoegen in het lezen van ‘Biekorf.’ Gaarne zou hij voor het tijdschrift eene bijdrage leveren, maar zijn toestand laat zulks niet toe; daarom is hij komen aankloppen bij mij, met het vriendelijk verzoek u de volgende ‘Mingelmaren’ over te maken:
De uitdrukking ‘geern zien’ geldt bij ons zooveel als beminnen. Niet aldus bij de inboorlingen van Chota-Nagpore (Indië). Iets dat met beminnen gelijk zou staan, is hun onbekend; maar niet te min zien zij de menschen geern. Een bewijs: Het is dikwijls gebeurd, dat men hem kwam bezoeken uit dorpen, op een afstand van 30 tot 40 uren van zijne woonplaats gelegen; en als hij dan aan de lieden vroeg: ‘en gij, waarom zijt gij gekomen,’ dan was veelal het antwoord: ‘om u te zien.
‘Erkennen’ en ‘dankbaar zijn’ worden eveneens bij ons als evenveel beteekenende uitdrukkingen gebezigd. Hetzelfde mag niet gezegd worden voor de bewoners van Chota-Nagpore. Van hen kan het eigenlijk niet heeten, dat ze dankbaar zijn. Geef hun wat ge wilt; eene betuiging van dankbaarheid zult ge niet ontvangen. Maar moet men nu tot het tegenovergestelde overslaan en met sommigen beweren, dat ze ondankbaar zijn? Volstrekt niet; want zie: gaat uws weegs, en ontmoet ge een kind, het zal voor u komen staan en zeggen: Hamko dedia, Saheb: Pater, dit kleed heb ik van u gekregen. Dat is geene uitdrukking van dankbaarheid, als ge wilt, maar het is toch erkentenis.
Gelief mij te verschoonen, zoo ik niet getracht hebbe het gesprek van P. Lievens in West-vlaamschen tongval na te bootsen, ik hadde waarschijnlijk te veel flaters begaan.
J. van Mierlo, S.J.
MIDDEL om de heksen te zien en ze te herkennen. Maakt drie kruiskens op uwen voet, en als gij dan omziet zult gij de heks, natuurlijk indien er eene achter u is, aanstonds herkennen.
Als gij eene heks volgt en verkeerd in haar spoor treedt, dat is te zeggen uwen slinkschen voet in het spoor van haren rechtschen voet zet en vice versa, dan kan de heks niet meer voort.
('t Daghet in den Oosten, 1893, blzd. 15.)