HET vierde deel van Guido Gezelle'ns Verzamelde Dichtwerken is bijkans afgedrukt; het bevat, buiten Liederen, Eerdichten en Reliqua, nog de volgende bijgevoegde stukken:
Drie-koningenlied.
Lied ten voordeele der verongelukten te Kortrijk, 16 Nov. 1882.
De Kobbe, de Slekke, de Puid, deze drie en wierden nooit te vooren gedrukt.
Te Lauwe.
Baron Ruzette.
Brave Maarten.
Nisi Dominus.
Het vijfde en 't meeste deel heet Tijdkrans; het vervalt in drie'n: 1o Dagkrans, 2o Jaarkrans, 3o Eeuwkrans. Bijkans al dat daarin komt is ongedrukt en onuitgegeven.
Te vragen bij J. Demeester, uitgever, te Rousselaere.
SEDERT eenigen tijd wordt de vrage weerom opgeworpen of de treurspelen gezeid van Shakespeare, waarlijk aan dien schrijver mogen toegeëigend worden. Velen zijn er immers die zulks betwisten, en daar wordt druk over geschreven in Duitschland, in Engelland en in America.
De stellinge van sommigen is dat niet Shakespeare de bewonderensweerdige treurspelen, Hamlet, Macbeth, en andere zou geschreven hebben, maar wel Frans Bacon, vrijheer van Verulam, zegelbewaarder van Engelland, ten tijde van Jacobus I, opvolger van koningin Elisabeth.
Immers, zeggen zij, hoe ware 't mogelijk dat een mensch, zonder eenige geleerdheid of opvoeding, treurspelen schreve, die, zoo als deze die zijnen name dragen, zoo velerhande en diepgrondige kennissen veronderstellen van krijgs- natuur- en geneeskunde, van rechtwetenschap en scheikunde, kennissen der oudere grieksche en latijnsche schrijvers, grondige wijsbegeerte, enz.
Meer andere redens worden er bijgehaald: zooals onvoldoende bewijsstukken nopens het schrijversrecht van Shakespeare, en ook de overeenkomste van leeringe over wijsbegeerte die hier end daar in de gemelde treurspelen verspreid ligt, met deze die voorengehouden wordt in sommige werken van Bacon, vrijheer van Verulam.
Doch anderen strijden moedig voor het schrijversrecht van Shakespeare, zooals het te lezen staat in ‘Het Belfort’ afleveringen van April en van Mei 1893, in eene verhandelinge van Vader Loosen, S.J.