Biekorf. Jaargang 4
(1893)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
Helchin. De dronkaards van Helchin
he'n van den duivel in.
Hooglede, z. Biekorf, 3de j. bl. 237. Hooglêe
schoone stêe,
Lichtervelde lacht ermêe,
Eessen
is een deesem,
Zarre is een trog,
Wercken loopt er om nog,
Handsaeme is een leegaard,
Couckelaere is alderbest,
Bovekerke is 't kakkernest.
Houcke. Houcke,
vorte koeke,
stad
van...,
waar een oude soldaat
voor Pastor staat.
Houcke was vroeger eene wel bevolkte stad en zeehaven. Iper, z. Biekorf, 3de j. bl. 238. Iperling,
je stertje stinkt,
jen neuze is krom,
van ouderdom!
De Iperlingen, de Ipersche kinders, wierden met eenen leeband vereerd, zegt men, door Keizer Karel, om de reden die Biekorf (3de j. bl. 238) vermeld heeft. Iseghem, z. Biekorf, 3de j. bl. 237. Als er iemand komt te vragen, 't zij van welke zake: ‘Waar scheedt dat hier?’ zoo is de antwoorde dikwijls: ‘t' Iseghem, aan 't stroomke’. Kortrijk, z. Brugge, en Biekorf, 3de j. bl. 247, Kortrijk zal vele zien
en weinig lijen.
| |
[pagina 46]
| |
Dit voorzeide Pater Marcus ab Aviano, zegt het volk, als de wetheeren van Kortrijk den wonder werkenden capucijn te Doornijk gingen verzoeken Kortrijk te willen zegenen. Cortraisanen
razianen.
ofwel ook: Cortraisanen,
broek vul panen,
broek vul striepen:
de cortraisanen gaan 't al uitpiepen.
De Kortrijknaars dragen meest hunnen franschen name courtraisain, courtroisin, courtraisan, cortraisaan. De inwoonders van Parma zijn Parmesanen zoo de inwoonders van Kortrijk Cortraisanen zijn.
Landuyt. Dronken boer
wordt Heere van Landuyt.
De name Landuyt is op dezelve wijze gebouwd als Bossuyt, dat is den bosch uit, of ten bosche uit, tenden den bosch en heester uit, gekrompen heestert, in 't waalsch hestrud, hestru. Heester zegt Kiliaan, is eene streke waar kleen hout groeit. Daar bestaat een gehuchte Landuyt onder Wynghene, in West-Vlanderen; een onder Eecke, in Oost-Vlanderen, en een onder Braine (Brakel) le château, in Brabant.
Ledeghem, z. Biekorf, 3de j. bl. 248. Naar Lêeghem gaan
en Rolleghem optrekken.
Dat is gaan slapen.
Lichtervelde, z. Biekorf, 3de j. bl. 248. Lichtervelde,
beuter in de keldere.
('t Vervolgt) Guido Gezelle |
|