Dit is het derde boek waarin al de indogermaansche talen behandeld worden. Het tweede, door Brugmann's Grundriss vervangen, was het Compendium der vergleichenden Grammatik der indogermanischen Sprachen, von August Schleicher; het eerste, dat door Schleicher's Compendium vervangen werd, was Franz Bopp's Vergleichende Grammatik des Sanskr., Zend, Armen., Griech., Latein., Litau., Altslav., Goth. und Deutschen.
Sedert eenige maanden verschijnt een tijdschrift genoemd Indogermanische Forschungen, Zeitschrift für indogerm. Sprach-und Altertumskunde, herausgegeben von Karl Brugmann und Wilhelm Streitberg, Strassburg, K. Trübner.
Een werk, waar de grieksche en latijnsche spraakkunsten, door vergelijking met elkander en met de indogermaansche tale, grondig in behandeld zijn, is dit van Victor Henry: Précis de Grammaire comparée du Grec et du Latin. Paris, Hachette.
Het hoofdwerk ter beoefening der germaansche taalstudie was eertijds de algemeen gekende Deutsche Grammatik van J. Grimm, die thans verouderd is. Het bijzonderste gewrocht van algemeen belang is nu Grundriss der Germanischen Philologie, herausgegeben von Hermann Paul, Strassburg, K. Trübner. De germaansche klankleere wordt erin behandeld door Fr. Kluge, doch vollediger nog door Adolf Noreen, in zijn werk: Utkast till Föreläsningar i Urgermansk Judlära, Upsala, W. Schultz. De schrijver zelf bereidt eene duitsche vertaling van dit boek.
De germaansche talen worden ook afzonderlijk behandeld in Paul's Grundriss, doch vollediger in de Sammlung kurzer Grammatiken germanischer Dialekte, Max Niemeyer, Halle. Van deze verzameling zijn uitgekomen:
Wilhelm Braune: Gotische Grammatik. |
H. Paul: Mittelhochdeutsche Grammatik. |
Eduard Sievers: Angelsächsische Grammatik. |
Adolf Noreen: Altnordische Grammatik. I Altisländische und Altnorwegische Grammatik. |