Wat beteekent een ruede?
't Is een mannelijke hond, en lijk hij hier rood is, zal 't 'ne vos van hare geweest zijn.
***
Speuren wij eerst de oude gedaante op.
't Woord luidt in 't Oudhoogd. rudho, rudo.
De klanken verwisselen en verwandelen; de oorspronkelijke korte u, die in eene opene lettergrepe stond, wierd in 't Middeldietsch somtijds door ue voorengesteld, en 't is alzoo dat wij de gedaante ruede tegenkomen, waaraf wij hier bescheed doen.
De korte u verwisselt met de korte o en 't en moet ons niet verwonderen dat wij ook de klankwijziging van o, te weten eu, nevens ue tegenkomen.
Zoo vinden wij gebueren - gebeuren; duere - deure; duenen - deunen; druepel - dreupel... en ook ruede - reude.
***
't Is uit het Middeldietsch ruede dat het hedendaagsche Dietsch reu gesproten is en 't is aan dat woord dat wij ook den geslachtsname De Reu te danken hebben.
De Bo geeft rut.
't Hoogd. luidt rüde.
In Westfalenland heet een hond ook een rue en men zegt aldaar 't gene voor ons geenen uitleg van doen en heeft:
Wamme en ruen smîten well, kamme lichte en klüppel finnen.
Als 'nen hond geesten ziet, zegt men: Rue ga da weg, la mi mal kiken.
Als men alsdan over den rechten schouder van den hond kijkt, zal men ook spoken gewaar worden.
J. Claerhout
ONLANGS gaf het ‘Davidsfonds’ zes voordrachten uit van Eerw. heer August Van Speybrouck. Zij handelen over Christoffel Colomb en de ontdekkinge van America.
Ziet hier hoe L. Mathot van Antwerpen bovengemelde werk in de laatste uitzende van ‘'t Belfort’ beoordeelt:
‘Zelden werd met zooveel klaarheid, bondigheid en belezenheid eene gebeurtenis ontvouwd: Het is een uitmuntend en leerzaam boek, dat gewis door de talrijke leden van het “Davidsfonds” met genoegen en vrucht zal gelezen worden.’
Voor wat de tale betreft, zegt hij verder: ‘De voordrachten van den Eerw. heer Van Speybrouck zijn in boeiende, vloeiende ja, somtijds zwierige taal geschreven; de stijl is ongekunsteld, eigenaardig in uitdrukking en woordvoeging...’