't Gebeurde ook dat die name bij de Walen niet verstaan en wierd.
Ten K zouden altemêe nen keer verspringen. Van den Bulcke, die over jaren naar de Walen vertijkelde, wierd daar allengerhand als Bulte vernoemd en geboekt, en hij kwam met den name Bulte of Bulté op vlaamschen bodem terug.
Hoe dat een dingen al ommekomt!
***
Bulte is na Bulcke miszeid, en Bulcke is de verkortinge van den gekenden vlaamschen geslachtsnaam Van den Bulcke.
Deze naam komt van 't woord bulk, en is gebouwd lijk nog andere namen van den zelfsten aard: Van der Meersch, Van den Driesche, Van den Broucke.
Wat moeten wij nu door 'nen bulk verstaan?
Een bulk is een weiland met water omringd.
Terwijl een meersch in de leegte ligt, langs beken en stroomen, is een bulk eene weide die op eene zekere hoogte verheven is.
Van de beteekenisse van weiland dat hooge ligt en met water omsloten is, is men overgegaan naar de beteekenisse van perk, van weide met eene hage of heininge afgesloten.
Meyer kent bulk, als borst en borstharnas.
Hoe zullen wij nu dat woord ontstukken?
Dr Verdam teekent naar De Bo, zijne groote hulpe, de beteekenis aan van bulk; den uitleg echter en heeft hij niet gegeven.
Men kent den wortel bûl, opzwellen waaruit een groot verwantschap van Germaansche woorden gesproten is.
Met wijziging van klinkers hebben wij buil en uitbuilen, puilen en uitpuilen.
Met achtervoegsel t hebben wij 't w. bult (bul- t) dat benevens zijne gekende beteekenis nog deze heeft van aardhoop, hoop, heuvel, stroobondel, bulster (ook verwant); bulten, stooten met den kop, uitsteken.
Met achtervoegsel k hebben wij bulk (bul- k), woord