Bijdrage voor de Vlaamsche Rechtstaal
1. MEEREN beteekent meten, afmeten, uitmeten. Van daar meerers, meeringhe.
2. Een scheidsmuur invaren, dat is er openingen in maken om er balken in te steken.
3. Wanneer een gemeene muur afgebroken wordt mag elkeen der gemeene eigenaars den helft der brake t' synewaerts nemen.
4. Steekt voortaan geene vensters meer in uwen muur al den kant maar ten goedewaerts of ten ervewaerts van uwen gebuur.
5. Is een muur te hooge nedert hem, en hangt hij uit zijn lood, stelt hem te loode.
6. Ware vlaamsche rechters en vragen geene documenten maar bescheeden.
(Statuyt van de meeringhe der stadt Brussel, 19 April 1657).
7. Deze die vóór u eigenaar was van uw huis, is uw voorder.
8. Tegenwoordig heeft men het vruchtgebruik van een goed of men is er vruchtgebruiker van; de oude Vlamingen hadden gezeid dat zij er den lijf- of erftocht van hadden of er lijf- of erftochtenaars van waren.
9. Dat uw huis belast zij of bekommerd, of dat er een kommer op zij, dat is eender.
(Statuyt der stadt Brussel, 1 Januari 1399).
10. Wanneer de ouders overleden zijn wordt hunne erfenis verdeeld onder de kinders hoofde-gelyck of gelyckelyk hooft voor hooft.
11. Eertijds waren er goederen die bij 't afsterven van man of vrouw wederkeerden naar den struik, dat is naar den kant, van waar zij gekomen waren. Nu wordt het woord struik nog gebruikt in den zin van familie of van huisgezin, b.v. geheel de struik en deugt niet.
12. De bloedverwanten onzer voorouders waren hunne vrienden.
13. Een betwist voorwerp wordt door den rechter aan den winner in hande gewezen.