Biekorf. Jaargang 3(1892)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 279] [p. 279] Den Z.E.H. Kanonik Rommel GHEBT, sedert achtien jaren, zoo vele vrome scharen geoefend tot den strijd die tusschen 't Kwade en 't Goede, met nooit gestilde woede, gestreên wordt wijd en zijd! - voor God en Land, voor God en Land, - gestreên wordt wijd en zijd! Gij leerdet listen, lagen en krijgskunst gadeslagen van 's vijands legermacht; soms onverschrokken strijden, en soms den slag vermijden, maar waken dag en nacht! - voor God en Land, voor God en Land, - maar waken dag en nacht! Uw kunst hun onverdwaalde geloof tot schild verstaalde, dien geen geweld en deert: hun woord miekt g'heet en smijdig, hun veder scherp en snijdig, en gaaft ze hun tot zweerd! - voor God en Land, voor God en Land - en gaaft ze hun tot zweerd! Zoo staan ze in de eerste reken en strijden onbezweken, voor waarheid en voor recht! hun daden hoort men roemen, hun namen hoort men noemen, daar 't Goede zegevecht! - voor God en Land, voor God en Land - daar 't Goede zegevecht! [pagina 280] [p. 280] De grijze veldheer rilde.... zijn herte U loonen wilde dat 't elkeen hoorde en zag: des gaf hij U Eerweede, uit dank, met eig'nen zweerde, den eedlen ridderslag! - voor God en Land, voor God en Land - den eedlen ridderslag! Vorige Volgende