TE Brugge waren er over eenige zondagen vier-vijf jongens bezig met klappen en spelen langs de stadswandelingen. ‘Weet gij wel’ zegt er alzoo een uit den hoop tegen zijne makkers, ‘dat, binst den nacht van Kerstdag, al de beesten, met het slag van den twaalven, rechte staan en hen naar 't oosten keeren om 't kinneke Jesus te groeten?’
IN den eersten jaargang van Onze Volkstaal 1882, bl. 46 staat er eene ‘Lijst van Woorden gebruikelijk aan de koninklijke Militaire Akademie.’ Onder die woorden is het woord baren, dat is eenen onlangs ingelijfden loteling ontgroenen. Bij het baren oefent men het sterrekijken dat in de lijst aldus beschreven wordt, door eenen liefhebber van... Onze Volkstaal:
‘Sterrekijken vond eertijds eene veelvuldige toepassing bij het baren. Tot het ondergaan dier straf projecteerde zich de patient rugwaarts op den vloer. Boven zijn gelaat hield men de eene pijp van een pantalon, waarna men door dezen geïmproviseerden telescoop eene kan water wierp.’
En dat heet men wetenschappelijke taal!
IN J. Van Lennep zijne Vertellingen van vroeger en later tijd: Drie jongens bij 't beleg van Leiden, staat er: ‘Braaf zoo, Leeuwtje!’ riepen de soldaten; ‘geef hem van de korteletten!’
Wat dit gezegde, 't welk gij, mijn lezers, wel eens gehoord of misschien zelve gebezigd zult hebben, eigentlijk beteekent, durf ik met geen zekerheid bepalen. Wel weet ik, dat kortelas een verbastering van coutelas of couteau (mes) is; en zoo luidde het oorspronkelijk misschien: ‘geef hem sneden, snij hem met uw mes’. In denzelfden zin zou, ‘geef hem van de neuten’, wezen: ‘zend hem van uw kogels toe’.
In Holland zegt men misschien wel van de neuten geven, bij ons is 't van de neute geven, en dat is ‘fut geven’, zegt De Bo, ‘met driftig geweld te werke gaan. De muzikanten geven van de neute, als zij krachtig zingen of spelen. Het geeft van de neute (zegt men als het geweldig regent, hagelt en waait)’.
De grondzin van den zeg zit nog veel dieper verborgen, immers de neute, de ferneute is 't gene de ontleedkundigen in 't Grieksch balanos, in 't Latijn glans heeten; fut geven (z. De Bo) vertaalt dus van de neute geven ten nauwsten mogelijk.