even bachten de openstaande deure; al de zeelinge en de vuiligheid van het huis worden daarin gevaagd en het kunnen er wel twee kafmanden in. 't Is in dien hoek dat de bezem staat; en 's avonds, als het donker is, en dat de kinders niet meer en durven buitengaan, vreezende voor spoken, kallen, nekkers en waterduivels, 't is daar, dat zij hunne laatste gevoeglijkheden komen doen, vooraleer zij slapen gaan.
De vloer is de bloote eerde, die hard getrappeld en gebooten is; maar, dat en belet niet dat de mollen hoopen steken in den hoek van den heerd, dat de ratten dikwijls alles ondermijnen, en den vloer gedeeltelijk doen invallen, bij zooverre dat men somtijds in het over-ende-weer-gaan hier en daar inzinkt en in de hollen schiet.
Te midden de hutte zit er een eersgat van eenen boom in den vloer gedolven, het ligt reis en reis met den grond en is dienstig om vaagbezems er effen op te stuiken, en om er de pottebezems 't achterste en 't vorenste op af te kappen.
Daarboven staat ook te maaltijde de tafel, die maar een voet en half hooge en is. Nu is zij aan den kant gezet om plekke te winnen. Hier is het een tafelblad, dat op eene open- en toeplooiende schrage ligt. Bij anderen is het een driepooter, met een dubbelplooiend blad erop, die achter eten ook weggezet wordt.
Stoelen en zijn hier nog niet te vinden. De kinders zitten of kruipen op den vloer; andere zitten op eenen bondel berk, eenen pak bezems en op al dat tot zate kan dienen. In den hoek van den heerd zijn er dikwijls twee stokken in den grond geslegen, met eene planke erop, die tot zitbank dient om te warmen.
Nevens de venster hangt er een kambeurze, en zoo het glasraam open kan slaan en tegen den wand liggen, dan dient het voor spegel, maar vroeger, (en nu nog, hier en daar), gebruikte men overal eenen ketel water om te spegelen.
Met dat er nog geen kaveboord en is, moet al het schoonbucht op den reebank staan.
(Bucht is bij de buschkanters gerief, gereedschap te