Gij zult waarschijnlijk in uw eigen zeggen: God en heeft die geurende, smakelijke waren voor de ganzen niet gemaakt; en, aangezien alles op de wereld het menschdom ten dienste staat, moeten deze gewassen ook den mensche dienstig zijn. Ik moet u daarin gelijk geven, is 't dat er van die waren een deugdelijk gebruik gemaakt wordt. Maar zouden wij wel kunnen goed doen dat er hierin niet geheel dikwijls buiten de schreve geloopen en wordt? En hebben wij achter zulke blijdagen niet hooren zeggen van velen: ik verlange om weer aan mijnen eenvoudigen alledaagschen kost te geraken?
Ik en ga zoo verre niet als Kneipp, met te beweren dat gij, om kloek en gezond te blijven, u zoudt moeten aan zijne vermaarde krachtsoepe zetten, dat is bouillon, melk of water met geroost of gedroogd en gebrijzeld roggen of tarwen brood erin. Menigen zouden er nochtans deugd van hebben. Het brood dat Kneipp voor zijne krachtsoepe bezigt is van ongezicht meel gebakken. Hij aanziet het ongezicht brood als smakelijker, gezonder en kloeker als het fijn brood, en daarin heeft hij ook gelijk; niet, zoo hij het peist en zegt, omdat het gruis het kloekste deel van het graan is, - het is bewezen dat het gruis door den mensch niet eens verteerd en wordt, - maar om menigvuldige andere redens.
Moest ik daarbij voegen dat Kneipp voor regelmatige maaltijden is, tegen het vele en haastig eten, tegen het drinken binst de maaltijd, zoo zou ik in 't korte bescheid geven over eenige zijner andere gedachten nopens onze eetwijze.
En beeldt u algelijk niet in, beste lezers, dat ik u zou willen aanzetten om uwen gewonen kost voor het Kneippeten te laten varen; in geender wijze: al wat ik gelezen hebbe in Kneipps boeken, al dat ik gehoord en vernomen hebbe van zieke en gezonde lieden die te Wörishofen verbleven en daar aan Kneipptafels gespezen wierden, moet mij doen gelooven en aanveerden dat die kost voor vlaamsche magen niet altijd te prijzen en valt.
Wij en moeten ook niet overdrijven en blindelinge nadoen 't gene ons van elders als goedgekeurd toekomt; 't