HET laatst verschenen Belfort drukt, op bldz. 367, de volgende zinsnede: ‘Betreffende de lijst der bastaardwoorden van de heeren Broeckaert en Craeynest wordt beslist (in de Taalvroedschap), dat de heer Broeckaert beide werken zal versmelten’.
Die laatste reke moet men zoo verstaan, dat de heer Broeckaert zijn werk zal versmelten met mijn eerste werk, te weten met het werk dat meêgedongen heeft in den wedstrijd der Taalvroedschap, ten jare 1887.
Sedert hebbe ik mijn werk nauwkeurig overzien, merkelijk volledigd en teenemaal hergoten, bij zoo verre dat het nieuw gewrocht aan het oude weinig of niet meer en gelijkt. Hierin is ook de woordenverzamelinge, daarvan eerw. heer Gezelle mij welwillend den eigendom afstond, grootelijks te stade gekomen.
De Taalvroedschap mag mijn eerste werk gebruiken en doen versmelten met dit van den heer Broeckaert: 't is heur recht; die uitgave en kan ik mij niet aantrekken. Maar mijne hermaakte en verbeterde verzamelinge van schuimwoorden en wille ik, om gewichtige redens, door de Taalvroedschap niet laten drukken.
Die zal ik zelve, als 't God gelieft, tusschen hier en weinige weken, zien uit te geven.
Jan Craeynest
DEN 17den Januarij 1803, wierd er ter kerke van Nieupoort de volgende waarschuwing aangeplakt, namens den kerkraad:
God gaf eertyds syn wet, de honden te moogen dooden
Die liepen in de kerck, tot lesse aen de jooden;
Daerom gy christen mensch, gedenckt die wet van Godt,
Houd uwen hond in huys of bindt hem in syn kot.
(Opgesteld door P.J. De Brauwere).
Edward Vlietinck
***
TE Lichtervelde, tien minuten zuid van 't dorp, hebbe ik, ten huize van Heer Labens-Vandewalle, geheel 't Oud Verbond verbeeld gezien, op de tiggels rond den heerd.
***
TE Watou bestrooien ze den heerd met blommen, binst den zomer. 't Zelfste gebruik bestaat geheel Veurne-Ambacht door.