om een bijzonder slag van wapenlieden aan te duiden, te weten de gendarms, ofschoon dat slag van wapenknechten nu eenigszins verschillig is van het voortijdsche wapenvolk welke men bij dien name noemde.
2.) Het woord ‘knecht’ of ‘dienaar’ wordt meermaals gebezigd om een ‘wapendragend’ man te beteekenen. In de middeleeuwen is er dikwijls sprake van wapenlieden die ten dienste van de stad waren, en die men deswegen stedeserjanten hiet; nu serjant, serviens in 't latijn, is zoovele te zeggen als ‘dienaar, knecht’. Tegenwoordig nog beteekent stadsdienaar, in Limburg en bij Kramers, eenen wapenman ten dienste van eene stad, te weten eenen steêwachter of politieagent. Een voetknecht bediedt, in alle woordenboeken, eenen wapenman te voete. Een landsknecht ware dus een knecht, een dienaar, een wapendragend man, die aangesteld en betaald wordt, niet et van wege eene stad, zooals de stadsdienaars, maar van wege het Land. En daarom zeggen ze in 't fransch gendarmerie nationale.
In Biekorf, I, 378, staat er te lezen: ‘buiten de oude stad Kortrijk, daaromtrent waar nu 's Lands hapsaarden, wapenruiters of gendarms, hunne huizingen hebben’. Hier worden, zoo men ziet, twee woorden vooruitgezet om aan de gendarms in 't dietsch eenen name te geven.
Doch wapenruiter en voldoet niet, om de reden die hooger voor ‘wapenman, wapenknecht’ bijgebracht staat; daarenboven is ‘ruiter’ onnauwkeurig, overmits de gendarms niet allen ruiters en zijn. 't Zelfste geldt ook voor het woord veiligheidsruiter, daarmeê Heremans in zijnen woordenboek het fransche gendarme verdietscht; daarbij, het woord is te lang om wel te zijn. Of hapsaard, hapschaar en hapscheer bij Kramers, in 't fransch happechair, een germaansch woord is, valt te betwijfelen. Ten anderen, dat is een volksname voor ‘veldwachter, stadserjant’ zegt De Bo, een lapname voor sergent de ville, zegt Kramers. Ook, om aan dat woord den zin te geven van gendarme, stond er in Biekorf ‘'s Lands hapsaarden’, alsof men zeide: schâbeletters, aangesteld en betaald, niet van eene stad of van een dorp, maar van het