TINNEN pinte met palmtak, uithangteeken voor slechte herbergen te Middelburg in Zeeland. - ‘6 April 1565. Door bailliu, burgemeesters, schepenen en raad wordt eene nieuwe ordonnantie uitgevaardigd omtrent de straten en pleinen binnen stad, waar vrouwen en meisjes van lichten levene zich niet mogen ophouden. Tevens wordt gelast dat de taverniers of weerdinnen, die oneerlijke herbergen en bordeelen houden, geen vaantje mogen uitsteken als de eerlijke herbergiers, maar alleen een tinnen pint of kan met een palmboomtje.’
Uit Register: Publicatiën van Middelburg, bl. 37. Inventaris van het oud archief der stad Middelburg 1217-1581 door Mr J. de Stoppelaer, bl. 78. No 2410.
UITGEDOLVEN STEEN. - ‘Alweder is het de Luyskberg, waarin men éen 4 decim. langen en 2 decim. breeden steen heeft gevonden, die volgens professor Reuvens fossiele planten zou bevatten en uit West-Vlaanderen afstammen. Reuvens meende dat hij vroeger tot een gebouw had behoord en later in een Cippus - grenssteen? Lijksteen? - was hervormd. Reeds Dresselhuis betwijfelde dit laatste. Ik veroorlof mij dezelfde opmerking, dat hij mij toeschijnt een gebroken, weggeworpen steen te zijn, waarin alleen oudheidkundigen iets anders kunnen ontdekken. Avelghem, waar zulke steenen zouden voorkomen, ligt aan de Schelde op de grens van Oost- en West-Vlaanderen en Henegouwen; vandaar moet men dan dien steen hebben medegebracht. Dat de strepen op dien steen fossiele zijn, meen ik ook; doch dat doet niets ter zake.’
Uit het werk: Vluchtbergen in Walcheren, door Dr De Man, Bl. 119.
'k KAN ik 'n kunste die niemen en kan: boontjes zichten deure 'ne' wan, koeken bakken ippe ne' spriet; vallen ze 'r deure 'k en he' ze niet.
ALS men eene spelle vindt, zoo zegt men: ‘Is nog een Commerens daghure!’
Daar ware een boek te schrijven van de spellen.
DERSCHERS zijn heeren:
Winnen ze niet vele z' hebben altijd drooge kleêren.