sten drie dagen; maar liet het lichaam zoo zwak, alsof al de leden gebroken waren; en, indien men hem zelven niet wel en wachtte, zoo viel men terstond in eene andere koorts, die drie weken of eene maand bijbleef.
Al de wereld, van de grootste tot de kleenste toe, was er in Kairo aan vast; en men hoorde niets als kuchen.
Deze ziekte was zoo besmettelijk, dat men ze lichtelijk door den adem kreeg. Zij noemden ze Abou chamaa, ter oorzake van een zeker lied, 't welk door Abou chamaa begon en met ha, ha, ha eindigde. En, gelijk deze ziekte geweldig kuchen deed, was 't bijna of men ha, ha, ha hoorde zeggen.
Dit was de oorzake dat de Bascha verbieden deed 't gemelde lied meer te zingen, en dit met zoodanig eene strengheid, dat, wanneer de Sous bachi iemand op de straat vond die het zong, al en was 't maar een kind, hij 't terstond ter aarden deed leggen en eene lengte van stokslagen toetellen, vermits zij geloofden dat dit lied deze ziekte veroorzaakt had.
Welke ziekte zoo wijd verspreidde, dat wij naderhand te Jerusalem, en andere omliggende plaatsen, verstonden dat zij er ter zelver tijde ook door geplaagd waren geweest. En zelfs de zeeroovers die ons namen hadden ze te dier tijd altemaal gehad.
Te Kairo wierd mij gezeid dat er tien jaren te vooren bijna eene even gelijke kwale geheerscht had, welke zij Makassa noemden, die de lieden insgelijks zoodanig afmatte, alsof hun al de leden gebroken waren geweest.
Van deze kwaal genas men met oranje-appelen te eten, 't welke dezelve zoo zeer in prijs deed steigeren, dat ze, zoo lang de Makassa duurde, een halven piaster 't stuk kostten.’
Een halven piaster (piastra, zilveren plaaster) doet vijf frank (?) maar velen zouden bereid zijn meer als tien geheele van die plaasters te leggen, kon het maar baten om het booze sterrengeschot, dat ze nu de influenza heeten, aan den kant te helpen.
J. Ashby-Sterry, The Graphic, Londen, 23 Jan. 1892, bl. 95, houdt staan dat hij geen beteren middel en kent