Biekorf. Jaargang 2
(1891)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 335]
| |
MET Alderheiligen laatst is onze vriend en stamgenoot, zeer eerweerde Heer Gustaf Wallays, van Leffinghe, wedergekeerd naar zijne zendige van Poelo-Pinang. 't Is 28 jaar dat de zendeling daar werkzaam is in een Seminarie waar de Bischoppen van Malakka, van Siam, van Annam, van Sina, van Cerea en van Japan inboorlingen naartoe zenden, om hen daar eerst op het latijn en dan op de godsgeleerdheid toe te leggen. Sedert eenige jaren is onze landgenoot overste van dat gesticht. Over jaar was hij van de geneesheeren opgeleid naar zijn vaderland weder te keeren om den wille van eene erge leverziekte die hem in korten tijd ging naar 't graf slepen. Zeer eerweerde Heer Wallays is dan gekomen en hij heeft gewillig een jaar in Europa verbleven. In verschillige bisschoppelijke onderwijsgestichten heeft men het geluk gehad onzen eerweerden vriend te hooren spreken over zijn werk en over zijn dierbaar Poelo-Pinang. Overal was iedereen gesticht en bewonderde iedereen den heiligen priester en den ijverigen en ootmoedigen zendeling, die door zijne wondere begaafdheid om talen te leeren zoo groote diensten bewijst in een gesticht waar de talen zoo menigvuldig zijn. Al de jongelingen nochtans moeten er ééne gemeene tale leeren, te weten het latijn, dat zij dan ook zeer gemakkelijk en zeer volmaakt kunnen spreken. Het eiland zelve tusschen de eilanden Malakka en Sumatra gelegen, op 5° Noorderbreedde, wordt te zamen met Ceylon aanzien als het schoonste der wereld. Al de rijke bloemen, de malsche vruchten der zuiderlanden zijnder te vinden geheel het jaar door, 't is eene gestadige Lente en een onophoudende Herfst; maar ja 't is er ook altijd zomer. Bijna nooit en heeft men min als 28 kerven warmte; 't is waar, zelden gebeurt het dat er meer is als 42 kerven; maar de middelmate, den nacht medebegrepen, komt op 36°. Zulke gestadige warmte is uithoudelijk voor inboorlingen alleene, voor vreemdelingen is zij afmattend en zelfs doodend. Ook en leven er de vreemdelingen dooreen maar 13 jaren. Onze landgenoot is dan reeds eene uitneminge. Nu, dat hij geheel van zijne ziekte hersteld is, mogen wij hopen dat hij er nog lange jaren eene altijd zeldzamer uitneminge blijven zal, en Biekorf wenscht hem zulks eerbiedig en genegen. DE oudheidskundige Alfons Wouters liet in het tijdschrift Ciel et Terre eene korte levensbeschrijvinge drukken van den geleerden wiskundige Michiel-Florent Van Langren, die afstamde van katholijke hollandsche ouders en die in 't jaar 1611 te Brussel ging wonen, waar hij stierf ten jare 1675. M.-F. Van Langren was, gelijk zijn vader, sterrekundige en | |
[pagina 336]
| |
wiskundige des konings en heeft vele geschriften uitgegeven over allerhande groote en nuttige werken aangaande waterloopen, versterkingen, enz. In 1650 gaf hij te Brussel een vlugschrift uit onder de hoofdinge: ‘Profitelycken middel om met indyckinge van landt, de zeehaven van Ostende te verbeteren.’ 't Is een schrift van vier in 't blad en het behelst eene teekeninge. De stad Duinkerke door de Hollanders veroverd zijnde, zoo bleef Oostende de eenigste zeestad van Zuid-Nederland. Die stad wilde Van Langren versterken en te zelver tijde wilde hij de haven vermeerderen en vergemakkelijken, zoowel voor de oorlogschepen als voor de handelschepen. Hij wilde namentlijk twee spoelsluizen maken om het gedurig verzanden te beletten en te Oostende wilde hij de groote handelshaven inrichten voor geheel de Nederlanden. Jammer genoeg, de haven van Oostende verzandde en ging omtrent teenemaal te kwiste; 't en was maar vele later, wanneer de haven geheel vervallen en verlaten was, dat Van Langren's ontwerp over de spoelsluizen uitgevoerd wierd. IK was in Helena wanneer de eerste priestervergaderinge van het Bisdom gehouden wierd, op den 24sten in Wedemaand 1884. Den zelfsten dag wierd de eerste steen geleid van Sint Jans Gasthuis. Binst het middagmaal dat daarop volgde, besloten de geestelijken van Montana den bisschop Brondel aan te spreken in alle slag van verschillige talen. Vader Barcelle sprak in het Crowsch; Vader Gindi in de gouwspraken van Cuscan en van de Ringelneuzen. Vader Tremblay in het Fransch; Vader Eberville in het Duitsch, en in 't Maorisch, Vader Barcello in het Spaarsch en in 't Sioux; Vader Cataldo in het Italiaansch en in het Hebreeuwsch, Vader Dols in het Hollandsch en in het plat Zwemvoets, Vader Menatrey in het Zwitsersch, Vader De Ryckere in het Vlaamsch en in het Keltisch, Vader Palladino in het Grieksch en in het Plathoofdsch, Vader Lindesmith in de dieventale die de legerpastors der Vereenigde Staten zekerlijk wel moesten spreken. Op al die talen en gewestspraken antwoordde zijne Hoogweerdigheid Bisschop Brondel met het diepste gevoelen in zijn eigen lief olympisch Sinoeksch. Uit ‘the Catholic Sentinel’, te Oregon, Portland - den 3den in Pietmaand 1891. |
|