Biekorf. Jaargang 2
(1891)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOver Microben of LevelingenWIJ kunnen die middels in twee verschillige slagen verdeelen, namentlijk: 1/ Deze die van 's zelfs bestaan en waardoor de levelingen zonder 's menschen toedoen dagelijks verloren gaan en vernietigd worden. 2/ de middels die door het menschelijk vernuft uitgevonden zijn, om zooveel mogelijk de kwade levelingen uit te roeien of hunne schadelijke uitwerksels van ons te verwijderen. Onder de eerste mogen wij zeker wel als de bijzonderste rekenen tijd, lucht en licht. 't En zal voorwaar niemand al te stijf verwonderen van te hooren dat de levelingen, aan hun zelven overgelaten, door niemand's toedoen, slacht al de levende schepsels, achter eenen gewissen tijd hunne zalige dood sterven. Hoe lange in zulke omstandigheden een leveling zijn bestaan kan rekken, hangt zeker af van de mate van levenskracht die hem eigen en ingeboren is. Vele blom- | |
[pagina 295]
| |
gewassen en leven maar weken, ten hoogsten maanden, eer wij ze zien verwelken en vergaan; andere plantgewassen, vele boomen leven jaren, ja eeuwen, in volle jeugd en kracht. Met de levelingen gaat het evenzoo, buiten dat wij hier dagen moeten nemen in stede van maanden, of jaren in stede van eeuwen. De lucht, bij middel van de zuurstof (Oxygène) en bijzonderlijk bij middel van de krachtzuurstof, (Ozone) is ook een gevaarlijke tegenstrever voor de levelingen van alle slag, en door hem worden ontelbare en machtig vele levelingen ontkracht en te niete gedaan. Het licht, en bijzonderlijk de rechtstreeksche zonnestralen mogen ook onder de geweldigste kampers tegen onze kleene schadelijke bijwezentjes genoemd worden. En zoo hebben de levelingen die in de opene lucht zweven gestadig met twee geheele sterke en gevaarlijke vijanden te strijden, zonder dewelke wij waarschijnlijk geheel en gansch zouden machteloos staan tegenover de geweldige vruchtbaarheid en boosaardigheid dier menschenkwellende tierlingen of plantjes. Die hunne huizen wel verluchten, en van geen zonnelicht in hunne kamers benauwd en zijn, en hebben dus al het ongelijk van de wereld niet; wie van ons en heeft er nooit den onaangenamen, vermuften geur belet die eens tegenstroomt als men onbewoonde en opgeslotene huizen gaat bezoeken, waar sedert langen tijd geen licht en geen zonne in en kwam: dat komt daardoor dat de levelingen en bezonderlijk de zwammelingen weeldiger groeien, en reuke en anderen ongezonden uitzet afzonderen in den donkeren. De levelingen die in 't water en in den grond geborgen zitten hebben daar andere vijanden te bekampen; er ontstaat dikwijls strijd tusschen de verschillige oorijen; en zoo komen, buiten lucht en licht, ook vele levelingen, gelukkig voor ons, aan hun einde. De middels die door de menschen in het werk gesteld worden om levelingen te vernietigen of onschadelijk te maken zijn menigvuldig en verscheiden, naar dat zij voor zulk of zulk een slag van levelingen of zulk of zulk eenen aard van onschadelijk maken bestemd zijn. | |
[pagina 296]
| |
Wij zouden ze daaromtrent in twee vakken kunnen verdeelen: het bezigen der groote hitte en het gebruik van zekere scheikunst-voortbrengselen die woekergoedwerende (antiparasitaria) of verrotheidwerende voortbrengselen (antiseptica) geheeten worden. De levelingen en kunnen geene al te groote hitte verdragen. Alzoo schijnt men nu voor goed bewezen te hebben dat vochte warmte van 100° gedurende 5-10 minuten op de levelingen werkende al de kiemen kan vernietigen en levenloos maken. Drooge warmte en werkt zoo krachtdadig niet voor de vernietiging van onze schadelijke plantjes, en men moet tot 140°-150° warmte klemmen om de levelingen met eenige gewisheid te kunnen dooden. Niettemin werkt een zekere hoegrootheid van warmte verzwakkend op hunne levenskrachten, bij zooverre dat vele levelingen in die omstandigheden onmogelijk nog veel kwaad zouden kunnen te wege brengen. Wij maken in ons dagelijksch leven een groot gebruik van de warmte, om ons van de booze werkingen der levelingen te bevrijden. Alzoo is het dat de huismoeders dagelijks de melk koken in hun huishouden, opdat hij niet en zou verzuren; daarmeê en doen zij anders niet als de levelingen van het melkzuur uit den weg brengen: daardoor wordt het zuren tegen gehouden en de melk blijft goed. Nu weten wij van eene andere zijde nog dat sommige ziekten zooals typhus (door veronreiniging met bedorven water) en bijzonderlijk tere, door melk van teerzieke koeien, kunnen voortgezet worden. Met de melk geildig door te koken kan men dat gevaar verijdelenGa naar voetnoot(1). | |
[pagina 297]
| |
Alle slag van eten kan op die wijze ontlevelingd worden, en ook alle slag van drinken: zoo water in cholera- en typhustijden, als men in twijfel verkeert of het water kiemvrij is ofte niet. Iets dat nog geheel gemakkelijk op die wijze kan gezuiverd en levelingloos gemaakt worden is alle slag van lijn- en ander gewaad, dat binst een besmettelijke ziekte door kranken of door hunne verzorgers gebruikt wierd. In vele der voornaamste steden van Duitschland - of zulks in Belgenland al bestaat en wete ik niet, - zijn er van over jaren groote ontsmettingsovens ingericht, waarin alle bed- en huisgerief op zijn geheele ontsmet wordt. Men bezigt ook zulke ovens in het kleene, om verbandstukken en geneesheeren-snijallaam van alle schadelijke kiemen te ontlasten. Zulke oventjes, een voor drooge en een voor natte warmte, kan men zien en worden dagelijks gebruikt in het ziekengesticht van mijnen vriend en ambtgenoot heer Dr Lauwers te Kortrijk, in Buda, bij de zusters van liefde. De scheikunst-voorbrengselen die dienen om de levelingen te vernielen zijn menigvuldig en worden in vele omstandigheden gebruikt. Wij en kunnen ze trouwens niet al noemen en er de bijzonderheden van uit een doen, de reke zou te lang worden. Wij moeten hier ook nog opmerken dat die lichamen maar een uitwerksel en hebben als zij in vloeibaren of vluchtigen toestand gebruikt worden. Die voortbrengselen of zelfstandigheden en zijn ook op verre na niet al even krachtig en werkzaam tegenover de levelingen; het heeft vele en lange jaren tijd en moeite gekost om eenigszins onderricht te geraken over de mate van vernielingskracht die iedere zelfstandigheid in haar heeft voor eenen gegevenen leveling; sommige levelingen zijn trouwens veel taaier ten opzichte van eenige ontsmetmiddels als van andere. Het is nog eens Koch die door zijne vindingskracht en zijn taai en geduldig bemoeien deze zake op de rechte bane gebracht heeft. | |
[pagina 298]
| |
Om een kleen bewijs te geven van het onderscheid dat er bestaat tusschen het verschillig ontsmettingsgoed, willen wij eene vergelijkenisse hebben onder twee van deze die meest gebezigd worden, namelijk het chloorkwik (Hg Cl2. - Sublimatum corrosivum) en het carbolzuur (Acidum phenicum s. carbolicum). Volgens Koch wordt de wasdom der speierlingen van de kole tegengehouden door eene oplossing van 1 deel chloorkwik op 300,000 deelen water; om het zelfste met carbolzuur te verkrijgen en mag men het maar met 400 deelen water aflangen. De speierlingen der kole worden gedood door chloorkwik 1/ 20,000 en maar door carbolzuur 1/ 100. 't En begeert, hope ik trouwens, niemand dat ik de lange reke van al de ontsmettende zelfstandigheden hier op haar geheele ten tooge brenge; ik en zal maar eenige der meest gebruikte aanhalen en met een uiteen doen waar en hoe zij meest gebezigd worden. Het chloorkwik en carbolzuur zijn grootendeels in voegen daar waar het erop aankomt om wonden voor besmettinge vrij te waren, om besmette wonden te zuiveren, om snij- en ander heelkunst-allaam kiemloos te houden of te maken. Wie en kent er den zoo kwalijk stoorenden geur niet die, in tijden van betrapelijke ziekten, in scholen en openbare gebouwen de lucht veronaangenaamt? Die geur wordt te wege gebracht door het uitwasemen van chloordamp uit het wijds en zijds gestrooide chloorkalk. De kamers waar besmettelijke zieken, zoo als krop- en typhuslijders, pokkeniers, enz. gelegen hebben, worden geheel dikwijls gezuiverd en ontlevelingd door het branden van sulferblomme: door dat branden ontstaat sulferdamp (SO2) die volgens vele waarnemers eene der beste en onschadelijkste vernielers van levelingen is. Volgens het schijnt en zouden huisraad en ander woongerief door dien damp maar weinig te lijden hebbenGa naar voetnoot(1). | |
[pagina 299]
| |
Ongebluscht kalk wordt nog dagelijks door onze landsmenschen gebruikt om hunne stallen te ontsmetten, te ‘kaleien’, als 't is dat zij het ongeluk gehad hebben van hunne beesten door ‘plagen’ of moordziekten te verliezen. Men heeft in de laatste tijden beginnen den zwammeling der eerdappelplage te bestrijden bij middel van den blauwen aluin (Cu S O4 - Cuprum sulfuricum). Men besproeit de eerdappelstruiken twee, drie keers met eene verdunning van aluin, en het schijnt dat men tot nu toe geheel goede uitslagen gehad heeft. Ik en mag hier ook niet vergeten de zeepe te noemen; 't en is wel is waar geen geheel sterke ontsmettingsware maar het is eene goede en 'k en geloove niet dat er eene andere, en dat met pit van reden, dieper in het dagelijksch gebruik van iederen mensch gedrongen is. 't Zijn er misschien die 't in hun eigen aardig gevonden hebben dat er tot nu toe geen sprake 'n was van den leveling met de hierboven gemelde middels in het binnenste van 's menschen lichaam te keere te gaan. Men heeft genoeg gepoogd en gevrocht in dien zin maar met bitter kleen gevolg tot nu toe, want behalvens dat men mage en darm eenigerwijzen van levelingen kan zuiveren en buiten misschien voor het flerecijn en de polderkoortsen hebben de waarnemingen geheel en gansch nutteloos geweest. Dat komt hier door dat het goed dat gebezigd wordt om de levelingen te dooden en bijgevolg een groot vergif voor die plantjes is, dat dat goed een even gevaarlijk vergif voor de menschenzelle uitmaakt. Moeste men dus genoeg van dat vergif in den bloedomloop brengen om de levelingen te vernietigen men zou waarschijnlijk, om niet te zeggen geheel vastelijk, met eenen vele menschenzellen en geheele menschen van kante helpen. | |
[pagina 300]
| |
De groote kunste is van zaken te vinden die de plantenzelle in het menschelijk lichaam te niete doen en de menschenzelle van eenen anderen kant zoovele mogelijk ongedeerd laten. Men zoekt neerstig daarachter, en misschien zal men al zoekende vinden. En hier sluite ik nu mijn vertoog over de levelingen. Ik meene in 't korte uiteen gedaan te hebben wat wetensweerd was over het leven en de doenwijze dier veelbesprokene wezentjes. Of ik mijne gedachten in verstaanbare tale hebbe kunnen verdietschen en wete ik niet; ik ware daar blijde om mochte ik verhopen van ja. Eer ik oorlof en afscheid neme wensche ik aan alle lezers en lezeressen van Biekorf dat God hen wille sparen van alle korrelingen, stokkelingen, schroevelingen, getween of meerszins aan malkaar verbonden; van gist- en zwammelingen, trouwens van alle andere levelingen, 't is gelijk hoe men ze in Gods wereld al geheeten of gescholden heeft. Dus, Godevolen en tot wederziens!
Dr Alfons Depla |
|