Past Vlanderen, niet heel nauwkeurig op den 3en naamw. meerv. kinderen?
***
't Woord Vlam bestaat.
Loquela (no 10 Sporkel 1890) heeft het w. vlamvol aangeteekend, te Isenberghe en te Lichtervelde gezant.
Een glas kan vlamvol, vliemvol, vlamende vol water staan.
Vlam heeft dus de bediedenis van effen, vlak.
Vlam staat ook in het Haspengouwsch Idioticon, onlangs leden verschenen.
Rutten heeft het woord vlamkoek aangeteekend, dat ovenkoek te bedieden heeft, en de weersplete is van 't dietsch fransch woord flamiche: licht broodtje, soort van gebak.
Flamiche bestaat uit fla en miche. Miche beteekent wegge, kleen wittebrood, en fla zal wel het fransch woord flan zijn, dat in de samenstelling zijn n voor de m van miche verloren heeft.
Lijk vlamkoek uit vlam en koek bestaat, twee deelen die om zeggens het zelfste beteekenen, zoo is ook flamiche uit flan en miche van omtrent de zelfste bediedenis, samengesteld.
't Fransch woord flan, wordt door Kluge van Fladen, door Loquela van vlade afgeleid: maar als men rekent dat de fransche n van m herkomstig is, kan men gemakkelijk gissen dat flan niets anders en is dan ons dietsch woord vlam.
Aangezien vlamkoek samengesteld is uit twee woorden, waarvan het tweede strekt tot beteren uitleg van het eerste lijk in de samengestelde woorden, damhert, muilezel, walvisch, meekrap, enz., kunnen wij gemakkelijk de boteekenis van vlam bepalen. Vlam bediedt lijk vlade: placenta, libum, koek, pannekoek, platte koek.
Vlade wordt gebruikt voor eenen effenen, platten koek, maar ook voor eene vlakke uitgestrektheid gronds, voor blekland, gelijk men zegt rond Oostende, dat vroeger blank van het 't water zal gestaan hebben. Dat woord is in dien zin bewaard in vladsele, mitsgaders in den vlae-