Biekorf. Jaargang 2
(1891)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
Koud is 't, schoon de
dagen langen;
en de bijstere
wolkenlucht
houdt den mensch bij
't vier gevangen,
daar hij schaars de
vlagen vlucht.
Zal dan nooit meer,
moegeknezen,
vrij mijn hert van
kommer zijn?
Zal 't dan nooit meer
uitgebezen,
zal 't dan nooit meer
zommer zijn?
Zonnekrachten,
brandt en bluistert;
breekt de ketenen,
schendt het graf,
daar ik zitte en,
weggeduisterd,
wachte, och arme, uw
stralen af!
Kan 't niet helpen?
Wil noch zal men
immer luisteren
naar mijn stem?
‘Hallelujah!’
hoore ik galmen:
‘Christus rees, rijst
meê met Hem!’
Te Kortrijk, op den 9sten in lentem. 1891. Guido Gezelle |
|