Biekorf. Jaargang 2(1891)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het meezeken 't IS stille. Rustig ligt en slaapt het altemaal, dat leute en leven was, dat locht- en vogeltaal! Geen windeken dat waakt: November houdt den staf en weert wat wekken mocht het eindloos duister graf des aardrijks. Ongebaand en dood zijn weg en straat; de voet alleen verwekt, en 't stappen van die gaat, een doof gerucht in 't loof, dat, afgevallen, plekt den grond, dien 't in een spree van doodsche varwen dekt. 't Is stille. Gij alleen, o vlug en vlijtig ding, dat, langs den natten tak geklaverd, uw gepink laat hooren, fijn en snel, ontsnapt, en snetst alom: ‘Ik leef nog! Piep! Ik leef, spijts 's winters winterdom!’ Te Kortrijk, den 14sten in Slachtmaand 1890. Guido Gezelle Vorige Volgende