Biekorf. Jaargang 1(1890)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Resurgam! Opereboom, belaân met al goudgeelwe blaân, octoberziek en treurig......, de winter is 't, die naast, en 't al het land uit blaast dat groeizaam is en geurig! Nog onlangs stond gij daar, o schoone perelaar, een witte wolke blommen, die 't weerd was om te zien, en die naar u de bien van verre deden kommen. [pagina 366] [p. 366] De zomer ging voorbij, en dan bekroondet gij uw edel hoofd met bruine, zoetvleeschde peren, van daar schier mijn hand aan kan, tot boven in uw' kruine. Nu staat gij daar en treurt, ontkinderd en ontkleurd, en schijnt alom te vragen: zal niemand, die mij zag in mijnen schoonen dag, mij meêlijend hert nu dragen? o Pereboom, vaart wel: 'n wilt voor winter fel noch weemoed buigen neder; de winter komt en gaat, o pereboom, weêrstaat: verrijzen zult gij weder! Guido Gezelle Te Kortrijk, den 5den in Slachtmaand 1890. Vorige Volgende