Duruy het aanleeren van den Vlaamschen katechismus, die nog gedoogd wierd, ook verboden hebben zonder den moedigen en hardnekkigen tegenstand van Cardinaal Régnier.
Maar het middelbaar en hoog onderwijs deden toch iets voor het Vlaamsch? In het geheele niet, want daar wierd en bleef alles in 't Fransch aangeleerd.
Ten derden, verfranschinge en ontwordinge in boekstaf- en kunstwezen.
Alle Vlaamsche dagbladen en tijdschriften zijn sedert lange verdwenen; de bloeiende rekerijkkamers zijn ten gronde gebracht, en door geene andere instellingen vervangen.
In de huisgezinnen hebben de fransche zeden de goede oude gebruiken verdrongen, en ook ten grooten deele de liefde voor de tale, die het meeste getal niet meer schrijven en velen niet meer lezen en kunnen.
Alzoo zijn er vele Vlaamsche woorden verloren gegaan en door ontsierende Fransche woorden vervangen.
En toch, voegt schrijver er bij, en wij met hem, ‘hoe diepe die tale ook gevallen ligt, kan zij nog weder opstaan, en daarvooren is 't genoeg dat men wille. Mochte die edele sprake, na eenen slaap van 40 jaar, wederom glanzend verrijzen, om Vlanderens schitterend verleden, om zijne kunsten, zijne letteren, en zijn gemak om Duitsch en Engelsch aan te leeren; en ook ter bate van zeden en godsdienst, die niet te winnen maar vele te verliezen hebben bij den invloed van Vrankrijk’.
‘HET is ons allen bekend dat in verscheidene zoo oude als nieuwe talen de voornamen even als de familie- en bijnamen werden en worden verbogen. In de nederlandsche spraak bestonden ook soortgelijke naamvalsvormen tot onze eigennamen, in den loop der XVIe en XVIIe eeuw, eene soort van versteening ondergingen. Inderdaad voor elken mannelijken eigennaam bezat men ook eenen vrouwelijken uitgang; wat meer is, deze uitgang werd verbogen volgens de algemeene wetten, die de naamvallen regeerden... Bij het opmaken van acten zette men gewoonlijk, wanneer de zin het toeliet, bij de eerste vermelding den geslachtsnaam van het hoofd der familie in den nominatief; - dien des zoons in den genitief; - evenzoo dien der dochter, wanneer deze laatste geen bijzonderen vorm door het achtervoegsel inne bezat.
Eenige voorbeelden onder honderden:
Peeter Pot is het hoofd des huizes, zijn zoon heette Jan en zijne dochter Machteld Pots. - Jan de Wale, vader, had voor zoon en dochter Philip en Anna 's Walen. - Doch Jan de Coninck had