boekstaven die de Duitschers nog bezigen, en die wij tegen de latijnsche hebben verwisseld. De geschrevene letter hiet bij het schoolvolk watergeprent, en hij was los en levendig als het geschrifte.
Doch wij zouden hier blijven kijken, en vergeten acht te slaan op die deftige jongelingen die nevens Dries aan deze lange tafel zitten. Zij zien er ernstig uit, en werken en zoeken dat ze erbij wikkelen. Geen gemeen volkske voorzeker! Ziet, die gestuikte krullebolle, die over dat geluw pergament gebogen ligt, draagt al rond de kinne de eerste priemkes van eenen langverwachten baard; deze rijzige knape, die aan de Reductie der Geldspeciën doende is, heeft al met den ploeg gewrocht, want zijne knobbelige handen dragen er de duidelijke teekens van. Ziet gij ginder in den versten hoek dien vollijvigen jongman? Hij is als de grootvader der bende, en moet al gelot hebben, want hij durft al zijn pijpke met een ende uit zijn onderveste dragen, en zoo gij 't wel hebt bezien, hij heeft over een tijdeke zijn zilveren uurwerk uit eene koperen kasse gehaald, en met veel ernst bekeken.
Houdt u deftig: wij zijn bij de Rhetorica van Meester Dries, bij de schole van de Oude Geschriften!
Hier zitten de kinderen die 't zoo verre hebben gebracht dat zij zonder haperen kunnen lezen in De schoone Historie van Julius Caesar ende Romeynen, hoe zij deze Nederlanden eerst gewonnen, en daer naer verloren hebben, en waerin men vind de stichtingen van alle de oudste steden van deze Nederlanden, van wie zij bekeerd zijn tot het Christen Geloof, en vele andere dingen. Daar is de laatste klippe die men moet kunnen voorbij zeilen, vooraleer men in dat land van Beloften mag ankeren.
In de handen dier geleerde bollen vinden wij oude familiebrieven, kwijtschriften, pachtbrieven, huwelijkscontracten, rekeningen, waarover Meester Dries 't slot en 't sleuterke kent en met veel zorge bescheed geeft. Die deze eerste moeilijkheid over is, mag brieven opzetten, rekeningen en kwijtbrieven maken, in een woord alles aanleeren wat een bekwame landbouwer of ambachtsman te kennen of te plegen behoeft.