Ons oud Vlanderen
HET land van de West-Vlamingen, sedert de veroveringen van koning Lodewijk XIV in tween gespleten, is tegenwoordig deels de Belgische Provincie van West-Vlanderen tot aen de Leye, deels Vrankrijks ‘Departement du Nord’ tot aen de A.
Vroeger was het één, en 't hiet Vlaamsch Vlanderen, ‘Flandre Flamingante, Flandria Teutonica;’ welke beide een enkel Graafschap uitmieken, het wijdvermaarde Graafschap van Vlanderen, dat eeuwen lang aen 't hoofd van Europa stond, door zijnen rijkdom, zijn gezag, zijne schoone kunsten en letteren, alles overtreffende.
Van de elfste eeuwe hierwaards en strekte dit Graafschap niet verder uit als van den Otto-gracht of de oude Schelde, die het Graafschap afpaalde van Rijks-Vlanderen, tot aen de A, die te Grevelingen in de zee valt; maar hooger op, in de negenste eeuwe, liep het langs de zee zuidwaerds voort tot aen de Canche en tot aan de stad Bapalmen, of Bapaume, tegen de zuidelijke grenzen van het Atrechtsche.
Doch het is vooral aan den kant van Vrankrijk dat het Westvlaamsch veel grond verloren heeft. Tegenwoordig afgepaald door de A en de Leye, beheerschte het eertijds al de uitgestrekte landen die over die rivieren liggen, van Rijssel tot aen Boonen, zoo 't blijkt uit de oude benaminge van ‘Artois flamingant,’ en uit de vlaamsche eigennamen van dorpen en gemeenten die daar overal in menigte nog overzijn, zoo als ‘Nordkerke, Polincove, Leulinghem, Moringhem, Waterdal,’ enz., in 't Atrechtsche; ‘Audinghem, Bertinghem, Tramezeele, Waringhezeele, Maninghem, Boulemberg,’ enz., langs de zeekust van Picardenland tot over Boonen.
Uit het ‘Westvlaemsch Idioticon’ van den zeer eerweerden Heer L.-L. De Bo, Pastor-Deken van Poperinghe. Brugge, Edw. Gailliard en comp. 1873.
OP den wit-marbelen grafsteen van den zeer eerweerden Heer Valentin Martin, geboren tot Hondschoote den 3den van Meimaand 1736, overleden Pastor van Vleteren, in den ouderdom van 50 jaren, en aldaar begraven in den middenbeuk van de tegenwoordige kerke, staan de volgende reken, in hoofdstaven:
Wenst hem door Christi bloed
dat hy Godts ryck mach erven
peist ghy oock sterven moet
maer leert al leven sterven.