gasthuis van O.L.V. ter Potterie, daar het, heden ten dage, onder den autaar van O.L.V. nog berustende is.
Jaarlijks, op den 13sten van Oostermaand, wordt de feestdag van gelukzaligen Ydesbald te Brugge, te Veurne en elders, nog gevierd met Messe en Lof te zijner eere.
Deze eeredienst en was nog niet aanveerd en goedgekeurd door de kerkelijke overheid, en noch eigene Messe, noch eigene getijden en bestonden er in den kerkelijken dienst. 't Is om al 't ontbrekende te verkrijgen en 't onrechtmatige te dempen, dat Z.D. Hoogweerdigheid de Bisschop van Brugge, over twee jaar, liet overgaan tot een rechterlijk onderzoek.
De dingbank of kerkelijke vierschare wierd samengesteld als volgt:
Voorzittend Rechter, mijn Hoogweerde Heer De Brabandere, Groot-Vicaris van het Bisdom; bijzittende Rechters de Z.E.H. Kanonik Lahousse en de Z.E.H. Voorzitter van het Seminarie; Notarius de Z.E.H. Kanonik De Schrevel, Bestierder van 't Seminarie; Promotor fiscalis de E.H. Van Coillie, leeraar in 't Seminarie; Postulator, de Eerw. Pater Jos. Van Derker; Cursor, de Eerw. Heer Van Saceghem.
Het gerecht hield 23 zittingen om te onderzoeken of Abt Ydesbald meer als 100 jaren voor de bevelen van Paus Urbaan VIII, 't is te zeggen voor het jaar 1634, openbaarlijk vereerd wierd. Het besluit lood dat de eeredienst van Abt Ydesbald reeds vier honderd jaar voor 1634 bestaande was.
De twintigste zittinge had plaatse 't verleden jaar, op den 23sten in Kerstmaand, onder Voorzitterschap van Z.D.H. Bisschop Faict, in het gasthuis van O.L.V. ter Potterie. Z.H. moest met eigene oogen ondervinden en waarkeuren of inderdaad in die kiste de gebeenderen lagen van den eerbiedweerdigen Abt Ydesbald.
Ten 10en 's voormiddags dan kwam Z.H. toe, wierd verwelkomd door de HH. Leden van het Bestier der Burgerlijke Godshuizen, door den Eerw. Heer Constantyn Van Zieleghem, Pastor ter Potterie, en door Mevrouw Overste Theresia Vermeersch, met de gemeente; hij wierd