deelte van Nederland. Van Dale schrijft dat de klokke, die zoo weinig door dien zonderlingen klokslager gespaard wordt, gegoten wierd in 1395 en dat zij voor opschrift draagt:
‘Victor is mine name. Jan Leenknecht van Aaltre me fecit MCCCXCV.’
Over die merk weerdige klokke lezen wij nog in ‘een blik op de vorming der stad Sluis,’ van bovengemelden schrijver, bl. 114:
Andere betalinge, gedaan den personen navolgende, van de kosten gedaan om der stede klokke, nieuwelinge gegoten en geordeneerd op den toren van schepenen huize gehangen te zijn.
Jan Eckerman, van Brunswijk, van 1122 pond koper, 't honderd 21 schellingen, bekeerd in 't gieten van de voorzeide klok: 11 pond 15 schellingen 6 grooten.
Diederik de Clerc, van Brugge, van 244 pond tin, jegens hem gecocht en 's gelijks bekeerd in 't gieten van de voorz. klok, 't honderd 20 sch.: 2 pond sch. 9 gr.
Jan de Zutter, dewelke hij betaalde, dat is te weten: van het voorz. koper en tin te doen wegen te Brugge en uit de schaal te leggen 2 gr. van eene ton, daar 't in gedaan was, mits den toeslane 3 gr.; den arbeiders, die ze te schepe droegen 4 gr.; van wijnkoop 11 gr.; van eenen bode, dien hij ter Sluis zendde, dat de voorz. koopmanschap bedreven was 12 gr.; en van de schiphuur, 't voorz. koper en tin ter Sluis te brengen 16 gr.: komt al 4 sch.
Hein Maag en zijne gezellen, van de voorz. klokspijs uit het water t' Onzer-Vrouwenkerkhove te dragen, 12 gr.
Meester Jan Leenknecht, de klokgieter, over zijne kosten, dat hij was te Brugge, om de voorz. klokspijs te helpen koopen: 2 sch. 4 gr.
Jan van Ambourgh, de smid, van twee ijzeren krammen, gemaakt ten vormen van de voorz. klok: 19 gr.
Bouden de Zomer, dewelke hij betaalde van kosten van monde van de smeden van Sluis, van de klokgieters, haarlieden knapen, en groote menigte van arbeiders, die holpen aan 't werk van de voorz. klok, op den dag als zij gegoten was, in wijn, brood, bier, vleesch, kaas, barninge