scheppinge: de nieuwe mane verdrijft de wolken, brengt klaarte achter de duisternissen, helderheid en zonneschijn achter overtrokken lucht en regenachtig weder.
Die wet lijdt uitnemingen, gelijk al de natuurwetten, want de spreuke is ook gekend: ‘als het regent met de nieuwe mane, zal het veertien dagen lang regenen.’
Wat zoudet gij zeggen indien ik beweerde dat noch wet noch uitneminge op vasten grond gesteund en zijn?
En nochtans, zoo is 't: de mane en heeft niet meer vermogen op den regen als op koude en warmte, hagel en sneeuw.
Iedereen kan het ondervinden als hij wilt, mits een weinig aandachtigheid en geduld.
Vervolgt goed en nauwkeurig den ouderdom van de mane, teekent zorgvuldig het weder aan, 't zij goed 't zij slecht, en dag voor dag; doet dat, niet voor ééne maand, maar voor al de maanden van een geheel jaar, en gij zult voor goed overtuigd zijn dat de nieuwe mane voorzeker weinig te zeggen heeft op het goed of slecht weder, dat ons zoo onregelmatig bedeeld wordt.
Te Brussel, te Weenen, te Berlijn, in al de groote steden van Europa en America, zijn weêrkundigen sedert eene halve eeuwe bezig met dag voor dag, al de weêrverschijnsels zoo nauwkeurig mogelijk aan te teekenen, en wanneer men al die dagelijksche aanteekeningen in verband stelt met de gedaanteveranderingen der mane, is het teenemaal onmogelijk, aan de mane eenig doorslaande uitwerksel toe te schrijven.
Zekerlijk wordt de volkszeg somwijlen verwezentlijkt, maar even dikwijls wordt hij leugenachtig gemaakt en de wet, die zoo klaar en zoo zeker scheen, wordt weldra ongegrond en geheel en gansch valsch bevonden.
't Is nochtans gemakkelijk om verstaan, hoe die oude en algemeene geloovenisse ontstaan is en gemakkelijk bij het volk aanveerd wierd.
Immers als de mane aan 't krempen is, wordt zij weinig bemerkt, omdat zij altijd minder en minder wordt, dat zij maar 's avonds late op en staat en weldra het meeste