't Was in 't latijn dat hij zijn bijzonderste werk schreef, De proprietatibus rerum, en 't is uit de vlaamsche vertalinge daarvan dat de uittrek ‘Van Vlaenderen’ komt, dien Biekorf overdrukt volgens de Bloemlezing van Jan Bols en J. Muyldermans.
Die vlaamsche vertalinge, zoo 't schijnt, wierd gemaakt langen tijd vóór dat de drukkunst uitgevonden was en ja, ze wierd wel veertig jaar eer gedrukt als 't oorspronkelijke latijnsche werk. 'k Hebbe ze hier voor mij liggen: een kleen in folio, van 466 tweeraamde bladzijden, met wondere houtsneêplaten daartusschen, en roode en blauwe hoofdletters die met der hand geschreven zijn. Die Boeck vanden proprieteyten der dinghen wierd gedrukt tot Haerlem in Hollant, opten Kersauent, 1485, bij Jacob Bellaert, gheboren van Zierikzee. Op het tweede blad begint de tafel: ‘Hier beghinnen de titelen dz sijn de namen der boeken daer men af spreken sal ende oec die capitelen des eerwaerdighen mans Bartholomeus Engelsman ende een gheordent broeder van Sinte Franciscus oerde (= orde). Ende heeft XIX boeken die sprekende sijn vande eygenscappen der dingen dats te segghen vant rechte inwesen alder ghescapen dinghen so wel sienlic als onsienlic lichamelic ende onlichamelic niet wtghesondert.’
Het is in ‘dat XVe boeck’ dat Bartholomeus over Vlaanderen handelt. En omdieswille dat het uittreksel dat Biekorf overdrukt uit de Bloemlezing van Bols en Muyldermans onvolledig is, en dat er ten anderen eene onnauwkeurigheid staat in die Bloemlezing, zoo zal ik u, om te eindigen, letter voor letter en woord voor woord, hier uitschrijven wat Bartholomeus Engelsman van ons Vlaanderen wist te melden, als hij zijn kostelijken boek schreef rond het jaar 1350.
‘Dat lviije ca. Van Vlaenderen.
Flandria dat is een provincie van Pycaerdien by den cante vander zee gheleghen ende heeft Germanien aen die oest syde Englant aen die noertzijde ende aen twest die walssche zee ende aen die zuutzijde Vrancrijc ende Burgoendyen. Ende al ist dat dese provinci cleyn is van