Biekorf. Jaargang 1

[p. 1]

Voorboodschap.

Vlamingen, wij bidden u te willen het uitgeven en het in stand houden mogelijk maken van een Vlaamsch tijdschrift, dat den naam zou dragen en weerd zijn, hopen wij, van Biekorf.

Het voorboodschappen van dit tijdschrift geschiedt op verzoek van de Heeren J. Claerhout, D^r K. De Gheldere, D^r Em. Lauwers, H. Persyn, A. Van Speybrouck, D^r E. Van Steenkiste, H. Verriest, Alfons Janssens en Guido Gezelle, die gezaamderhand het penmanschap zouden waarnemen.

Verscheidene gekende schrijvers, deswegen verzocht, hebben hunne medehulpe beloofd; onder andere de Heeren D^r Adriaens, geneesmeester te Zedelghem; P. Baes, bestierder der katholijke scholen te Iseghem; Fr. baron Bethune, doctor in Wijsheid en Letteren te Leuven; K. Blancke, onderpastor te Ruddervoorde; J. Bols, pastor van Alsemberg (Brabant); K. Callebert, pastor van Blankenberghe; Fr. Cap, leeraar te Geeraardsbergen; Dierik Carnel, krijgspastor te Rijssel; D^r Carton, geneesmeester

[p. 2]

te Wynghene; H. Claeys, onderpastor te Leffinghe; J. Craeynest, leeraar te Brugge; P. Daniëls, letterkundige te Vogelsanck (Limburg); D^r Delbeke, geneesmeester te Rousselaere; E. De Lepeleer, leeraar te Sint-Niklaas; Em. De Monie, leeraar te Brugge; D^r de Pla, geneesmeester te Ruddervoorde; A. De Visschere, leeraar te Thorhout; A. kanonik Duclos, pastor van Pervyse; G. Flamen, onder-pastor te Ruysselede; A. Joos, leeraar te Sint-Niklaas; R. Lazoore, onderpastor te Marcq (Henegouwen); D^r Looten, hoogleeraar te Rijssel (Vrankrijk); L. Lootens, leeraar te Rousselaere; V. Malfait, letterkundige te Rousselaere; C. Marichal, letterkundige te Beernem; D.G. Meersseman, pastor van Moorseele; L. Nobels, leeraar te Montreal (Canada); A. Pieters, pastor van Berchem (Vlanderen); E. Therssen, leeraar te Thorhout; E. Toussaint, leeraar te Brugge; F.A. van Costenoble, pastor van Vleteren (Fr. Vlanderen); P.F. Vande Meulebroucke, gewezen burgmeester te Berchem (Vlanderen); J.A. Van Elsen, onderpastor te Droogenbosch, bij Ruysbroek (Brabant); A. Van Hee, onderpastor te Langemarck; K. Van Houtte, leeraar te Rousselaere; J. Van Neste, advocaat te Brugge; E. Van Robays, leeraar te Brugge; E. Vlietynck, letterkundige te Oostende; W.H. James Weale, oudheidskundige te Londen (Engelland); Johan Winkler, letterkundige te Haarlem (Holland); L. Witteryck, onderwijzer te Brugge; en andere.

Biekorf en zal geen stoffen behandelen 't en zij die behoorlijk onder volgende hoofdingen kunnen begrepen worden:

Kunst en wetenschap. Taalkunde. Dicht- en spraakveerdigheid des volks. Volkszeg, volkswangeloove, volksgeplogentheden. Volkswetendheid wegens landen, steden, dorpen, enz. Rijmende en andere gedichten. Liederen. Aanteekeningen wegens uitlands levende of overledene Vlamingen. Eigennamen van landen, steden, dorpen, maagschappen, menschen, enz. Woorden en wendingen die uit onze tale in vreemde talen zijn overgegaan. Speur van Gods lieve Heiligen, bij 't sprekende, dichtende en dienende volk. Uit Fransch Vlanderen. Uit Zeeuwsch Vlanderen. Uit Friesland, Holland, Engelland,

[p. 3]

Schotland, de Noorlanden. Uit Zuid-Africa, Neerlandsch Indien, Japan, Noord, Zuid America en de andere verre streken. Verdietschingen. Verzamelingen. Kinderkamer. Onuitgegevene oude oorkondschap. Bescheed wegens oude boeken. Nieuws uit de boekenwereld. Brieven. Ontdekte, veroordeelde en verbeterde wansprekendheden. Vragen en antwoorden.

Ieder N^o van Biekorf zal 16 bladzijden beslaan en, van grootte, papier, druk, enz., dezen voorbode gelijk zijn.

Hoe eer het vereischte getal inschrijvers bestaat, hoe eer en hoe beter bezorgd het nieuw tijdschrift zal verschijnen.

Men schrijft in bij Mijn eerw. Heer Van Speybrouck, in de Witte Leêrtouwerstrate, te Brugge.

Wegens de Stichters,

A. Van Speybrouck.

Brugge, den 10ⁿ van Meie 1889.