De Beweging. Jaargang 15
(1919)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 175]
| |
Twee sonnettenGa naar voetnoot1)
| |
[pagina 176]
| |
Herinnering
Hij klaagde en al de woorden, die hij sprak,
Waren verkoolde dingen uit den asch
Van zijn verbrand verleden: al wat was
Onder de vreugde van dat blijde dak.
Hij klaagde en zijn vermoeide blik, te zwak
Om uit te zien naar andre woorden, las
't Verbleekte schrift...en de avond zonk zoo ras.
Daar was niet één, die hem de lamp ontstak,
Dat er een droom is van herbloeide rozen
Als voor den vader, die in 't kind herleeft:
Dat er één dronk is die de dorst zal laven,
Dat er één troost is voor de hopeloozen:
Het is de kust, de vaderlandsche haven
Voor 't keerend schip, dat reeds de zeilen reeft.
|
|