De Beweging. Jaargang 15(1919)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Omtrekken Door H. Marsman De twee schilders De eerste: Leven is roode roes den gekneden door wind en vrouw... Zòn, gele liefde, die zij klokkend slurpen - De tweede: Maàn, groene haat, als een vergift venijn... De eerste: Dàg is het leven, blanke schal van hun gesleten kroezen, (spiegels, geschuurd in hun verliefde hand en door het zuigen van hun natte lippen)... De tweede: Leven is nàcht, en zijn kristallen vuurscherm, hemel, wordt al te schaars geschoven voor het barok geratel van den dag. Ons, die het leven zien [pagina 38] [p. 38] door de ontkleurde oogen van een futurist, ons is het zin - De eerste: U is het gal en droesem, u is het àsch; mij is het wijn en vrouw en bloesem, mij is het leven kleur - De tweede: Mij is het ziel... Vrouw Hijgende nacht... Binnen ons lichaam wentelt al-leven - gedrochtelijk staan wij en massaal geheven tegen den rottend-paarsen hemel van verlangen - Dit duidt nu lèven: mijn vale handen tasten even het slierend kransen van uw blauwe haren, die, gift en scheemring, vachten hemel waren over al-ruimte, uw gelaat - ivoor ovaal, waarin uw oogen, spitse spleten, hangen: een groen signaal. De verhevene I Ontwaking Eeuwen wentelden hun volheid samen: zijn fundament - nauw kon hun denkgedrocht omvamen zijn schedeltent... [pagina 39] [p. 39] Haren sloegen hun vlag langs den hemel: bepantsering - scherp was zijn lijf, geel en vermetel dat dànsen ging... Braakte het heilwoord, uit walging geboren, klotsende klank: - Hemel, o hemel - ik ben geboren - - Aarde, heb dank! - II Nacht Maar: sluipend na vreugde was de befloersing der luchten in nachten streng en volmaakt; ze dreef het smeltend licht te vluchten en grijnsde naakt - Maar hij, blonde boorling der zwellende jaren hij tartte nacht, en vlocht het ruige duister samen met zijn haren tot veilge vacht. Zoò, schragend geleund in de nis der kimmen: zuigende schacht - zag hij ellende den hemel beklimmen - - - zijn eerste wacht - Schaduw Vreugde is zwartgebrand: asch en omwalming - Lijden tot kruis zich spant uit nachts omarming - [pagina 40] [p. 40] Leven is weggebloed naar alle wenden, geen witte doodengroet breekt uit de lenden - Martel, éen ruischeling lokt mij dìt enden: - Scheemrende kruiseling aan hemels enden - - Vorige Volgende