België's eenige groote haven een voorsprong te geven, zoowel voor wat betreft de toevoer uit het achterland naar Antwerpen, als wat aangaat de uitvoer daar van daan. Hier naast staat de regeling die voor het transport op Rotterdam's groote aanvoerweg, de Rijn, zal worden vastgesteld.
Het belang van den handelsweg naar de Noordzee is ook van beteekenis voor de industrie omdat bekend is hoe de nijverheid steeds aansluiting aan zoo'n weg zoekt en zoeken moet, daar de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten er het goedkoopst geschieden kan.
De Scheldequestie, in verband met den Limburgschen sta-in-den-weg voor de Rijnverbinding van Antwerpen, is daarom te zien als éen geheel met de Rijnvaart. Wat de vrede in zijn ekonomische voorschriften daarvoor zal brengen raakt Nederland's toekomst. En dit te meer omdat die zelfde vrede ook de geheele ekonomische waarde van het Duitsche achterland voor zijn uitvoerhaven over een lange reeks van jaren kan terugzetten. Hoe meer het geheele bedrijfsleven van ons land kan terugkeeren naar normale verhoudingen, omdat de boeien gebroken en de afsperringen opgeheven worden, des te duidelijker blijkt dat de koorts der oorlogsbedrijvigheid onze nijverheid slap en verzwakt achterlaat.
Er zal een vrij langen tijd noodig zijn om het oude peil van een ruime werkgelegenheid te herstellen.
Zoodra een vrede ook de laatste abnormale invloeden zal hebben weggenomen, en werken de boodschap voor de geheele wereld zal zijn geworden, moet ook Nederland alle krachten inspannen om zich aan talrijke nieuwe verhoudingen aan te passen, nieuwe verhoudingen zoowel naar buiten als naar binnen.
Omdat elke degelijke politiek een ekonomische ondergrond niet alleen in de theorie moet erkennen, doch ook met alle feiten behoort te kennen, kan de voorgaande beschouwing een plaats in de politieke aanteekening innemen.
* * *
De veranderde verhoudingen naar binnen, waarmee de Nederlandsche politiek rekening moet houden, teekenen zich af in