De Beweging. Jaargang 15(1919)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 307] [p. 307] De duiven Door J.J. de Stoppelaar Een snelle wind, zoo is de vlucht van duiven: Zij scheert het akkermaals en dan de boomen. De takken gonzen en de loovers wuiven, Totdat de schoonste allerhoogste is genomen. Hier strijkt de vlucht nu neer, maar lang nog wuiven, De twijgen na, om niet tot rust te komen, Want met een wervlend uit elkander stuiven Vervliegt de vlaag en zwenkt naar lager zoomen. Maar in den boom roekoert in 't geurig nest Van overvolle looverzware twijgen Een jonge doffer, die niet scheiden kon. Een zachte duive schuilde voor de rest En bleef maar stil in koele schaduw hijgen, Schuw voor den gloed van de namiddagzon. Vorige Volgende